108
4e Afd.
21 augustus
7. De bebouwingsdiepte van de in het eerste lid bedoelde gronden be-
draagt: voor categorie L: 8,00 m;
voor categorie M: 10,00 m; voor zover uit de kaart niet anders blijkt.
Art. 4. Gebouwen voor bijzondere doeleinden.
1. Op de gronden, bestemd voor een gebouw voor bijzondere doeleinden,
mag uitsluitend worden opgericht een gebouw voor de pubiieke dienst
of daarmede naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders gelijk
te stellen inrichting als een school, e.d. met ten hoogste één daarbij
behorende dienstwoning.
2. Het op de kaart ingeschreven percentage geeft aan hoeveel van het
totale oppervlak ten hoogste mag worden bebouwd.
3. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten
aanzien van plaatsing en afmetingen der gebouwen.
Art. 5. Weg en verharding.
De gronden, bestemd voor weg of verharding (wandelpad), mogen niet
worden overdekt of bebouwd; reclameborden of -zuilen mogen niet worden
opgericht.
Art. 6. Openbaar groen.
De gronden, bestemd voor openbaar groen, mogen niet worden overdekt
of bebouwd.
Art. 7. Achtererf.
Op de gronden, bestemd voor achtererf, mogen slechts worden gebouwd
achteruitbouwen en bijgebouwen, met inachtneming van de bepalingen
van de art. 10 en 11.
Art. 8. Tuin.
De gronden, bestemd voor tuin, mogen niet worden overdekt of be-
bouwd.
§3. BIJZONDEBE BEPALINGEN.
Art. 9. Daken.
1. a. Het is verboden meer dan 20% van een gebouw of gebouwen-
complex met platte daken of platten af te dekken, met dien ver-
stande, dat, wanneer in de bebouwingscategorie M bungalows wor-
den opgericht, deze met platte daken of platten mogen worden
afgedekt.
b. Hellende dakvlakken moeten een hoek makeri met het horizontale
vlak van tenminste 25°; flauwer hellende dakvlakken worden, onder
toepassing van het in sub. a bepaalde, beschouwd als platten.
c. Hellende dakvlakken moeten worden gedekt met gebakken pannen
en/of leien.
d. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen
van het bepaalde sub a, b en c voorzover zulks naar hun oordeel
stedebouwkundig toelaatbaar is.
2. Alle daken van de eengezinshuizen in de categorie L moeten worden
geplaatst met de nok- en gootlijnen evenwijdig aan de lange richting
van de bebouwingsstrook. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd
hiervan in bijzondere gevallen ontheffing te verlenen.