110 4e afd. 21 augustus 1958. HERSTELWERKZAAMHEDEN AA.N' DE DUIVENPOOKT, DE VOORPOORT EN DE WALMÜUR VAN HET OUDE SLOT. Aan de Raad, Zoals u bekend is vormen de nog aanwezige fragmenten van ,,het Oude Slot" een onderwerp van onze voortdurende zorg. In september 1957 berichtte de Staatssecretaris van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen ons, dat eerst na 1960 van rijkswege gelden gereserveerd zullen kunnen worden voor een algehele restauratie, waarbij nog het voor- behoud werd gemaakt, dat de begrotingswetgever alsdan nog de nodige middelen zal moeten willen voteren. Onder die omstandigheden is het ons uiteraard niet mogelijk de plannen voor een afdoende restauratie van „het Oude Siot" te verwezenlijken. Krachtens uw besluit van 29 mei 1957, no. 49 is een gedeelte van het z.g. rechterbouwhuis sinds kort in een behoorlijke staat van onderhoud ge- bracht. Uit een aan ons uitgebrachte deskundig rapport is ons echter gebleken, dat, wil er voor de toekomst nog iets bewaard blijven van de voorpoort, de z.g. duivenpoort en de walmuur, ook daaraan op zeer korte termijn enige voorzieningen getroffen zullen moeten worden. Om verder verval en verdere verzakkingen van de duivenpoort te stuiten, zal daaronder een nieuwe fundatie moeten worden aangebracht. De gevel- muren moeten ondersteund en het dak moet vernieuwd worden. Ook dienen de vloer, de deur en de ramen hersteld te worden. De ingangspoort met de aansluitende muur moeten voor een groot ge- deelte gesloopt en daarna opnieuw opgemetseld worden. Het wapenschild zal na het gereedkomen van het metselwerk van de poort, opnieuw ge- plaatst worden. Van de walmuur is het metselwerk op verschillende plaatsen losgegaan en in de gracht gestort. Ook hierin zal voorzien moeten worden. Volgens de voor u ter inzage liggende gedetailleerde begroting zullen de totale kosten van deze werken in totaal bedragen f 31.800,te verdelen als volgt: a. herstelwerkzaamheden aan de ingangspoort f 6.800, b. herstel en maken van de fundatie van de duivenpoort f 12.000, c. herstel van de walmuur f 13.000, In een uitvoerig schrijven hebben wij de Staatssecretaris van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen gevraagd of in de kosten van deze beperkte, urgente voorzieningen op een bedrage van het Rijk zou mogen worden gerekend. Het antwoord was teleurstellend. Het luidde, dat de Staatsse- cretaris zich kan verenigen met de aangegeven voorzieningen, mits de uitvoering geschiedt in overleg met de Rijksdienst voor Monumentenzorg, doch dat ook voor deze gedeeltelijke restauratie voorlopig geen rijksgelden beschikbaar zijn. In overweging werd gegeven de werkzaamheden uit eigen middelen te financieren en in 1962 opnieuw een verzoek om rijkssubsidie in te dienen. Een bij Gedeputeerde Staten ingediend verzoek om provinciaal subsidie leverde nog minder resultaat op. Wij ontvingen het bericht van Gedepu- teerde Staten, dat het beperkte bedrag, waarover de provincie kan be- schikken voor subsidiëring van restauraties van monumenten, niet toelaat ten behoeve van de beoogde, beperkte herstelwerkzaamheden een subsidie te verlenen. Ten einde althans zoveel mogelijk te behouden van dit monument van het historisch verleden onzer gemeente, geven wij u in overweging, de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1958 | | pagina 19