2e Afd. 21 augustus 1958. J J 3
GELDLENING N.V. BANK VOOK NEDERLANDSCHE GEMEENTEN
GROOT 69.000,—.
De Raad der gemeente Heemstede;
Gezien het voorstel van burgeméester en wethouders'
Gelet op de artikelen 170 en 228 der Gemeentewet;
BESLUIT;
l-îaste der gemeente Heemstede, hierna te noemen „geldneemster" een
geldienmg aan te gaan groot f 69.000,met de N.V. Bank voor Nederland-
sehe Gemeenten te 's-Gravenhage, hierna te noemen „geldgeefster" teaen
een koers van 100 en verder op de grondslag van de volgende bepalingen:
Artikel 1.
Geldneemster zal over het onafgeloste nominale bedrag der lening betalen
een tegen vier en drie/vierden ten honderd per jaar te berekenen rente te
voldoen op 1 februari en 1 augustus van elk jaar, voor het eerst op 1 fe-
bruari 1959 over het alsdan sedert de datum van opneming verstreken
tijdvak. Bij de berekenmg van de rente zal elke maand op dertig dagen
en elk jaar op driehonderd zestig dagen worden gesteld.
Artikel 2.
Geldneemster zal het bedrag der lening aflossen in 20 termijnen en wel
m de jaren 1969 tot en met 1988 f 3450,per jaar.
De aflossingstermijnen zullen worden voldaan op 1 augustus van elk
]EEr.
Artikel 3.
ioMSeheIe-?f gedeeltelijke extra-aflossing der lening zal tot 1 augustus
19b8 zijn uitgesloten; op laatstgenoemde datum en vervolgens uitsluitend
op de aflossmgsverschijndagen zal geldneemster extra mogen aflossen,
doch slechts tegen betaling van een vergoeding van één en een half ten
honderd van het extra af te lossen bedrag, indien de aflossing plaats vindt
voor 1 augustus 1973, terwijl zulks gedurende de verdere looptijd der lenine
slechts mogelijk zal zijn tegen betaling van een zodanige vergoeding be°
rekend naar één ten honderd van het extra af te lossen bedrag.
Geldneemster zal van haar voornemen tot extra-aflossing der lening ten-
mmste zes maanden tevoren aan geldgeefster schriftelijk kennis geven
Deze kenmsgeving is onherroepelijk en verplicht geldneemster op' de
gestelde datum de extra-aflossing te doen.
De bedragen overeenkomstig dit artikel extra afgelost, zullen gerekend
worden allereerst te zijn betaald in mindering van de laatste aflossingster-
mijn, daarna van de voorlaatste en zo vervolgens.
Artikel 4.
Onverminderd het bepaalde in artikel 9 zal geldneemster aan geldgeef-
ster bmnen een maand na mededeling van het bedrag een evenredig aan-
deel vergoeden in de kosten, verbonden aan de verkrijging en het beheer
van de fondsen, waaruit geldgeefster deze geldlening zal verstrekken.
Artikel 5.
Alle aan geldgeefster verschuldigde betalingen zullen geschieden te ha-
ren kantore te 's-Gravenhage of bij een nader door geldgeefster aan te
wijzen betaalkantoor.
