173
21 augustus 1958.
heer van Hees heeft niet vaak op uitvoerige wijze van zijn voor of tegen
in deze raad kennis gegeven. Deed hij dat wel dan was dat omdat hij het
fatsoen aangetast voelde. Dan heeft de heer van Hees dat altijd op een
prettige manier geuit, die naar mijn hart was.
De heer Dijkstra is een kalme rustige figuur, een rots in de branding.
Van de heer Dijkstra hebben wij altijd bijzonder gewaardeerd dat hij niet
alleen sprak voor de belangen van zijn eigen groep. We vergeten allemaal
wel eens een keer dat men eigenlijk als raadslid zitting heeft voor de
gehele gemeente. Men is niet door een groep gekozen maar door de gehele
gemeenschap. De heer Dijkstra heeft altijd blijk gegeven van een bezonken
oordeel en dat op een rustige prettige manier naar voren gebracht, daarbij
niet alleen lettende op de groep of kleur waaruit hij voortkwam. Hij heeft
altijd zijn stem onpartijdig uitgebracht, hetgeen ik altijd in hem gewaar-
deerd heb.
Met de heer Weijers was, zoals hij het zelf eerlijk gezegd heeft, iets
bijzonders aan de hand. Toen de heer Weijers pas raadslid was, heb ik hem
wel een beetje behandeld zoals ik andere leden die hier op de uiterste
vleugel hebben gezeten heb behandeld. Zij die meerdere jaren in deze raad
gezeten hebben zullen zich herinneren dat ik personen die op de uiterste
vleugel zaten wel eens een raar figuur heb laten slaan. Dat heb ik met de
heer Weijers ook geprobeerd maar daar heeft hij zich keurig netjes uit
gered. Toen de heer Weijers tot onze groep is teruggekeerd is gebleken
dat hij een buitengewoon waardevol lid was, aan wiens adviezen we in be-
sloten kring buitengewoon veel gehad hebben. De gemeentenaren denken
wel eens dat het spreken in raadsvergaderingen het eigenlijke werk van
een raadslid is. Dit is echter niet het geval. Het accent van het werk van
een gemeenteraadslid ligt in het commissiewerk. Niet omdat we zo graag
stiekum doen of omdat we iets te verbergen hebben, maar omdat daar
inderdaad alle mogelijke details naar voren kunnen komen die men om een
of ander belang niet te schaden, niet in het publiek kan zeggen. Het spijt
ons dat de heer Weijers uit ons midden gaat verdwijnen. Daten wij hopen
dat het slechts tijdelijk is.
Het zijn van raadslid is naar mijn smaak een aantrekkelijke
tijdsbesteding. Wanneer het je eenmaal te pakken heeft moet er
eigenlijk wel iets bijzonders gebeuren wanneer je het laat schieten.
Dat bijzondere kan op tweeërlei gebied liggen. Men kan op een gegeven
moment de tijd gekomen achten om heen te gaan, doordat men niet meer
in staat is het werk te doen of men wordt door een of andere mysterieuze
speling van het lot, die we niet in handen hebben, niet meer herkiesbaar
gesteld respectievelijk worden we op een zodanige lage plaats op de kan-
didatenlijst geplaatst dat het moeilijk is aan te nemen dat we in de raad
zullen terugkeren. Dit laatste is eigenlijk het meest betreurenswaardige.
Bij verschillende politieke partijen bestaan daar bijzondere regels voor, die
ik niet alle ken, maar bij mijn partij bestaat de regel dat bepaalde kiesman-
nen de kandidatenlijst op een bepaalde wijze samenstellen en het merkwaar-
dige is, dat die kiesmannen eigenlijk van het werk van een gemeenteraadslid,
dat zij menen te kunnen beoordelen, niets weten, althans niet voldoende.
Die beoordelen een gemeenteraadslid dikwijls naar zijn uitlatingen in de
raad en zoals ik zoeven heb betoogd, is dat geen juiste maatstaf. Ik vind
dat een spijtige konsekwentie van de wijze waarop, althans in mijn om-
geving, dergelijke lijsten van candidaten worden opgesteld. Ik zou op het
ogenblik geen andere wijze weten dan die van een referendum en dat lijkt
me een moeilijke procedure, maar ik vind het toch spijtig dat daardoor
niet altijd de juiste man op de juiste plaats komt. Mogelijk is dat bij an-
dere partijen ook het geval. Ik wil dan ook tegenover U scheidende raads-
leden mijn spijt betuigen dat dit zo gelopen is. Wij hebben prettig samen-
gewerkt. We waren een prettig college. Het ware te wensen dat eigenlijk
in de hele wereld, in de hele maatschappij, zo'n mate van samenwerking