161
21 augustus 1958.
wil daarom een ander spreekwoord tot het zijne maken n.l. „Beter ten halve
gekeerd dan ten hele gedwaald". Spreker hoopt dat ook de raad zich naar
dit spreekwoord zal richten. Spreker zal zijn stem niet aan het voorstel
geven.
De heer Mr. Dr. van Bruggen acht het heel goed dat de heer Zegwaart
het eerst over dit voorstel gesproken heeft omdat hij een ingeborene van
Heemstede is. De heer Zegwaart kent blijkbaar dit oude slot nog uit zijn
jeugd en wie zich zijn jeugd herinnert zal zich misschien ook nog bepaalde
escapades herinneren die niet direct opbouwend maar afbrekend voor oude
monumenten zijn geweest. A1 is spreker geen geboren Heemsteder, toch
interesseert hem deze zaak wel. Hij wil dan ook het voorstel van burge-
meester en wethouders n.l. de resten die er nog zijn zoveel mogelijk te be-
waren, aan alle kanten steunen. Men moet hierbij niet vergeten, dat het
oude slot in onze geschiedenis een belangrijke rol heeft gespeeld. Spreker
herinnert er aan dat Adriaan Pauw op dit slot heeft gewoond en dat deze
daar de zgn. vredesbrug heeft laten bouwen ter herinnering aan de vrede
van Munster in 1648. Op zichzelf was deze brug een vermaard object.
Spreker gelooft, dat het een van de grote fouten van het voorgeslacht is
geweest dat men te laat aan het behoud van dergelijke historische monu-
menten is gaan werken. Als spreker b.v. in herinnering roept dat men
indertijd het Muiderslot voor afbraak heeft willen verkopen, terwijl dit
slot nu een van de belangrijkste monumenten is van de weinigê monumen-
ten die in Holland overgebleven zijn, ondanks het fei;t dat er vroeger zoveel
kastelen waren, dan is het bewaren van wat er nog is, waardevol. Spreker
heeft indertijd, toen het voorstel aan de orde was om een studiefonds op
te richten, de raad herinnerd aan het woord dat op het monument op de
afsluitdijk geschreven staat n.l. „Een volk dat leeft bouwt aan zijn toe-
komst". Dit historisch denken zou niet volledig zijn als men er niet aan
toevoegde „Maar een volk dat leeft herinnert zich het verleden en de waar-
devolle monumenten uit het verleden". Spreker weet wel dat er niet zo
heel veel meer over is van het oude slot. Spreker is het eens met de heer
Zegwaart dat, wanneer de nu nog bestaande overblijfselen worden gecon-
serveerd, men straks misschien wel b zal moeten zeggen, want ook de
resten van de vredesbrug zijn netjes opgeborgen en daarom zou men even-
tueel in de toekomst deze brug kunnen gaan restaureren. De gerestaureerde
resten zullen zeer bruikbare en nuttige herinneringen vormen aan het ver-
leden van onze plaats. Ritter heeft dit slot vermeld in zijn boek ,,Ter zijde
van de weg". Deze vermeldt daarin o.a. dat hij naar het oude slot gezocht
heeft en de restanten heeft gezien.
Het voorstel houdt inderdaad een teleurstelling in, n.l. dat het Rijk noch
de Provincie voorlopig hun schouders onder deze restauratie zetten. S'pre-
ker heeft op dit gebied enige ervaring. Er is voor dergelijke werken jaar-
lijks een bepaald bedrag beschikbaar. Is daar eenmaal een bestemming aan
gegeven dan zit men vast. Spreker zou willen adviseren om voortdurend
bij het departement en de provincie aan de bel te trekken. Zijn ervaring is
dat het dan wel lukt. Naar zijn mening is er wel geld van centrale en
provinciale overheid besteed voor zaken, die historisch gezien van minder
belang waren dan deze. Hij spreekt de verwachting uit dat ook de nieuwe
raadsleden hun aandacht aan deze zaak zullen blijven wijden en dat wat nu
a is straks gevolgd zal worden door b, maar gesteund door rijk en pro-
vincie, zodat ook de vredesbrugresten zullen worden opgebouwd en geres-
taureerd.
De heer van der Linden zegt, het lid te zijn van de commissie van
openbare werken dat zijn stem heeft voorbehouden. Toen het voorstel om
het oude slot aan te kopen werd aangenomen zat min of meer de gedachte
vo°r, dat rijk en provincie bij restauratie der overblijfselen zouden subsidië-
ren. Nu wordt het toekennen van een subsidie door het rijk op de lange baan