21 augustus 1958.
162
geschoven terwijl de provincie niet subsidieert. Dit heeft bij spreker wel
enige teleurstelling gewekt. Hij weet ook niet waar men met deze restau-
ratie aan toe is. Spreker heeft in de commissie voor openbare werken de
vraag gesteld wat nu de verdere plannen zijn. Hij zou zo graag gezien
hebben dat er een omlijnd plan was voorgelegd waaruit zou kunnen blijken
wat er gaat gebeuren en wat een en ander zo ongeveer zal kosten. Mis-
schien dat er dan voor zijn fractie, althans voor spreker, aanleiding zou
kunnen zijn om met het voorstel mee te gaan. Nu spreker echter helemaal
in het duister tast, kan hij geen vrijheid vinden zijn stem aan het voorstel
te geven.
De heer Verspoor zal van harte zijn stem aan dit voorstel geven. A1
zou er in de toekomst van een verdere restauratie niets komen dan nog
vormt hetgeen in dit voorstel is vervat, een afgerond geheel. Daardoor
zal toch altijd nog de herinnering bewaard blijven aan hetgeen ééns was.
De inrijpoort en de duivenpoort zijn werkelijk objecten die de moeite waard
zijn om daar wat aan te besteden.
Waar de heer Zegwaart zo openlijk bekent dat hij toch wel een beetje
schuldgevoel heeft doordat hij in zijn jeugd misschien ook wel een handje
geholpen heeft aan de afbraak van het oude slot, zou spreker het zeer
waarderen indien hij nu zou meehelpen om nog iets van de overblijfselen
te redden door zijn stem aan dit voorstel te geven.
Het stemt de heer Verhoeven tot droefheid dat de heren van Bruggen en
Verspoor zich zô over dit voorstel hebben uitgelaten. Aan de andere kant
is spreker echter verheugd. Hij gelooft niet in het maken van projelieten
maar wel in apostolaat. Sinds het moment dat de gemeente op een onbe-
waakt ogenblik het oude slot heeft gekocht, heeft spreker zich verzet
tegen het restaureren van de overblijfselen daarvan. Van de walmuur b.v.
is nu nog veel minder over dan op het moment van de aankoop van het
oude slot. Blijven restaureren aan een ruïne is een hopeloos werk. Spreker
heeft alle achting en respect voor wat in het verleden geweest is, maar het
gaat toch wel te ver om deze hele bouwval te willen restaureren. Dit geldt
temeer omdat het rijk zijn subsidie-toezegging heeft verschoven naar 1962.
Wie zal zeggen hoe men er dan financieel voorstaat. Spreker is bang
dat dit een wissel op de eeuwigheid gaat worden die niet gehonoreerd
wordt. Wij krijgen straks voor dit gerestaureerde onderdeel niets terug
en ook niet voor het restant. Het is jammer dat dit vervallen is, maar we
moeten ons bij de feiten neerleggen. Het is al erg genoeg dat de gemeente
die dure grond, waarop niet gebouwd kan worden toentertijd heeft gekocht.
Het apostolaat dat spreker uitgeoefend heeft strekte zich uit tot zijn
mede-raadsleden, die hij heeft verweten dat zij jongenskielsentimenten
hebben laten werken toen zij zo voor het behoud van het oude slot pleitten.
Men zal begrijpen hoezeer het hem verheugt dat hij van die zijde thans
mag vernemen dat restauratie van de overblijfselen van het oude slot eigen-
lijk geld gooien is in een bodemloze put. Met dit begin zijn we er niet mee.
Wij zeggen straks, zoals de heer Zegwaart gezegd heeft, het hele alfabet
op.
Spreker zou willen voorstellen om dit besluit te verdagen. In de nieuwe
raad komen 8 van de thans zitting hebbende raadsleden niet terug. Is het
eigenlijk niet een beetje onnet om op de valreep, vlak voor de nieuwe raad
optreedt, dit besluit te nemen? Laat de nieuwe 10 wijze mensen over dit
voorstel mede oordelen. Wellicht valt hun oordeel anders uit. Voor een ge-
meente als Heemstede is dit een grote uitgaaf, welke spreker sterk af-
raadt.
De heer van Hees zou het voorstel van de heer Verhoeven graag willen
steunen. Spreker is tegen restauratie van het oude slot. Z.i. moet men geen
goed geld naar kwaad geld gooien. De heer van Bruggen heeft gezegd,