163
21 augnstus 1958.
dat het van het voorg-eslacht fout is geweest dat het niet gerestaureerd
heeft. Spreker meent dat de raad niet de fout moet maken om thans nog
te gaan restaureren. Men was toen al te laat en wij zijn zeker te laat om
nog wat van dit oude slot te maken. Als dat muurtje zo erg geleden heeft
laat het dan maar in elkaar vallen. Mochten er later uitvoerbare plannen
komen dan kan dat muurtje altijd nog opgebouwd worden.
Als de heer Mr. Zeelenberg zo de sprekers beluistert moet het hem van
het hart dat hij daarbij moet denken aan de wet van Parkinson die zegt,
dat, naar mate de belangrijkheid van het onderwerp daalt er meer en dieper
en door meer personen over gesproken wordt, terwijl de belangrijkste za-
ken in enkele minuten worden afgedaan. S"preker verwacht dat deze wet
bevestigd zal worden bij de behandeling van punt 7 van de agenda.
De gemeente heeft destijds tegen de zin van vele raadsleden de ruïne
van het oude slot gekocht. Spreker was een van degenen die over dit be-
sluit destijds niet enthousiast waren. Nu de gemeente eenmaal deze zaak
in eigendom heeft en daarbij het rechterbouwhuis heeft aangekocht, dat in-
middels al gerestaureerd is, gelooft spreker dat het onverstandig zou zijn
wanneer dit verhoudingsgewijs toch geringe bedrag niet aan deze res-
tauratie zou worden besteed. Ook in deze zaken moet men met de benen
op de vloer blijven staan en niet overdrijven. Wat hier nog staat is nog
van enige waarde en het kan bewaard worden zonder al te grote kosten.
In het verleden is er ongetwijfeld wel slechter geld besteed.
De heer Drs. Weijers zegt, dat de heer van Bruggen heeft gezegd: „Een
volk dat leeft herinnert zich het verleden". Spreker meent dat het'volk
dit niet moet doen ten koste van zijn toekomst. In het voorstel wordt
gesproken van „dit monument van het historisch verleden" maar z.i. kan
men dan alle puinhopen wel monumenten noemen. Spreker meent dat dit
een bodemloze put zal worden. Als die put nu nog breed genoeg was kon
men er in de toekomst in gaan zwemmen. Omdat spreker vreest dat men
in de toekomst inderdaad de plannen zal gaan uitvoeren om van het oude
slot een monument te mâken, gelooft hij dat dit zal gaan ten koste van de
geprojecteerde zwemvijvers die nog altijd pro memorie op de begroting
staan.
De heer Ir. Kooijmans zegt, dat burgemeester en wethouders hun toe-
lichting op dit voorstel aanvangen met de ontboezeming dat de nog aan-
wezige fragmenten van het oude slot een onderwerp van hun voortdurende
zorg uitmaken. Evenals de heer Zeelenberg is spreker de mening toege-
daan dat, nu de gemeente eenmaal het oude slot gekocht heeft, zij ge-
bonden is om iets daarvan te redden en dat daarom deze eenvoudige werk-
zaamheden moeten verricht worden. Om deze reden heeft spreker in de
commissie van openbare werken in principe zijn stem aan dit voorstel ge-
geven. Herstel van de voorgestelde objecten zonder meer acht spreker
echter niet juist. In de omgeving daarvan zijn n.l. vuilnisbelten van rot-
tende groente en fruit, terwijl ook het gebruik van de duivenpoort als
stalling geen waarborg biedt voor het behoorlijk instandhouden daarvan.
Spreker hoopt dan ook, dat de konsekwentie van het eventueel aanvaarden
van dit voorstel zal zijn dat ook de omgeving wordt gesaneerd en dat de
duivenpoort niet meer zal worden gebruikt voor het opslaan van groente-
kisten enz. Dit zal op zichzelf ook wel weer wat geld kosten, maar hij acht
het niet verantwoord om f 31.000,uit te geven voor herstelwerkzaam-
heden als de herstelde objecten nadien schuil blijven gaan achter een ver-
waarloosde omgeving. Achter de duivenpoort ligt een terrein dat ook ver-
waarloosd is. Misschien is met eenvoudige middelen daar iets van te ma-
ken ten behoeve van recreatie. Bij de ruïne worden nu de oude bomen ge-
rooid. Een ruïne zonder bomen is eigenlijk wel wat kaal. Mogelijk kan door
een eenvoudige herbeplanting de omgeving wat aantrekkelijker worden
gemaakt.