21 augustus 1958.
166
De heer Mr. Dr. van Bruggen herinnert zich nog een gevleugeld woord
van de wethouder van de bedrijven op het moment dat er een beslissing
genomen moest worden over de kleine gashouder, n.l. ,,als de raad met
beslist dan beslist die gashouder wel". Het zou best kunnen zijn dat, indien
de raad nu niet zou beslissen, de restanten wel zouden beslissen. Waar de
zaak in al zijn konsekwenties overzien kan worden en alle argumenten pro
en contra naar voren zijn gebracht, ziet spreker niet in waarom deze zaak
uitgesteld zou moeten worden. Deze raad kan daar zeker wel een zelfstan-
dige beslissing in nemen.
De heer Mr. Zeelenberg zegt, dat het voorstel van de heer Verhoeven
om een beslissing te verschuiven naar de volgende raad, ook zijn instem-
ming niet heeft. Deze raad is nog in functie. Bovendien is het onderwerp
helemaal niet van zo verdragende of principiële betekenis dat het onge-
motiveerd zou zijn de nieuwe raad daaraan te binden.
De heer Verspoar zou het op prijs stellen wanneer in deze raad nog een
beslissing wordt genomen, ook al omdat het voor verschillende raadsleden
een mooie afsluiting is van hun werk als raadslid.
De heer Drs. Weijers heeft de toestand van het oude slot in ogenschouw
genomen. Het is hem net gegaan als de leden van de provinciale monu-
mentencommissie. Hij heeft gekeken en is weggegaan met de gedachte
dat daar geen geld tegenaan gegooid kan worden omdat het een bodem-
loze put is. Het is helemaal geen historisch monument meer.
De heer Zegwaart zegt wel degelijk begrip te hebben voor het behoud
van historische gebouwen en plekjes, maar op dit moment durft hij met
het oude slot niet verder in zee te gaan. Als b.v in Amsterdam weer een
van die prachtige pakhuizen is uitgebrand dan gaat dat spreker werkelijk
aan het hart.
De heer Verspoor heeft betoogd dat na deze herstellingen een afgerond
geheel zal zijn verkregen. Spreker weet niet hoeveel raadsleden daar een
kijkje zijn gaan nemen, maar spreker kan met het beste voorstellingsver-
mogen niet verder komen dan een groot vlak. Er is bezwaar gemaakt
tegen de daar aanwezige wilde fauna, maar spreker vindt dat dit de om-
geving juist nog een klein beetje echt maakt. Maar goed, als daar aan-
stonds de omgeving van de duivenpoort wordt geëgaliseerd en wat gras
gezaaid, dan is dat het afgerond geheel.
De Voorzitter heeft gezegd, dat burgemeester en wethouders niet weten
welke kant zij met het oude slot op moeten. Dit heeft spreker nog gesterkt
in zijn voomemen om niet met dit voorstel mee te gaan.
De Voorzitter merkt op, dat die onwetendheid slaat op een eventuele ver-
dergaande restauratie. Oorspronkelijk was de opzet om de fundamenten
van het oude slot een paar meter op te trekken en van de omgeving van
het oude slot een recreatiegebied te maken met b.v. een jeugdherberg. Dit
zijn echter nog open vragen voor burgemeester en wethouders.
De heer Zegwaart kan zich de komende situatie niet anders voorstellen
dan een groot oppervlak met gras met daarbij de duivenpoort, de ingangs-
poort en de walmuur. Spreker vraagt zich af wie daar dan naar zal komen
kijken. Spreker vreest dat op het ogenblik raadsleden over deze zaak moe-
ten beslissen die de toestand van het oude slot niet gezien hebben. Hij wil
daar echter verder niet op ingaan. De restauratie van het oude slot gaat
in de toekomst enorm veel geld kosten en dat terwijl er nog een aantal
andere zaken op ons verlanglijstje staan. Daarvan wil spreker noemen een
nieuw politiebureau en de uitbreiding van het raadhuis. Deze objecten
zullen veel kosten met zich brengen en spreker vreest dat de gemeente
niet in staat zal zijn om ze te bekostigen. Daarom is spreker van mening
dat restauratie van het oude slot niet verantwoord is.