202
25 september 1958.
deringscommissie zeer slecht op de hoogte zal kunnen zijn van de ver-
schillende factoren die bij de verdeling van woonruimte een rol moeten
spelen. Spreekster zou er dan ook met de meeste klem op willen aan-
dringen om niet in te gaan op het voorstel van de fractie van de V.V.D.
De heer Verhoeven wil er graag aan meewerken om de zon van de ge-
reehtigheid te doen schijnen. A1 is spreker geen jurist toch meent hij dat
er geen parallel te trekken valt tussen een vorderingsprocedure en een
onteigeningsprocedure. Spreker geeft toe dat er in beide gevallen sprake
is van een beknotting van het eigendomsrecht. Als er echter iets onge-
rechtigds gebeurt zal spreker daar ongetwijfeld voor in de bres springen.
Bij onteigening gaat het alleen maar om het vaststellen van een schade-
loosstelling. Het lijkt spreker heel logisch dat men daar deskundigen
bijhaalt.
Spreker ziet de zaak anders. Hij voelt wel waar de juridische bezwaren
min of meer schuiien. Het stoort de heer Rutgers dat als het ware de wet-
gevende en de uitvoerende organen in één hand verenigd zijn. Spreker
gelooft echter niet dat dit hier het geval is. Inderdaad zitten de leden
van de adviescommissie op 2 stoelen. Op een gegeven moment gaan ze op
een andere stoel zitten. Het is echter niet zo moeilijk om over te scha-
kelen omdat, wanneer men wil beoordelen of er gevorderd moet worden,
men de voorgeschiedenis moet kennen. En de voorgeschiedenis hebben
zij dus meegemaakt doordat ze iedere week vergaderen.
Spreker wil nog wel wat over de samenstelling van de adviescommissie
zelf zeggen. De voorzitter heeft herhaalde malen betoogd, dat daar zo-
min mogelijk verandering in aangebracht moet worden, omdat de mate-
rie die zij behandelt heel erg ingewikkeld is en dat men lang met dat bijltje
gehakt moet hebben om te weten waar er gehakt moet worden, Spreker
meent echter, dat, wanneer die commissie uit meerdere leden bestond, het
mogelijk zou zijn om enige doorstroming te doen plaats vinden. Spreker
stelt het geval, dat Heemstede door een ramp zou worden getroffen en
dat alie leden bijv. de rode hond krijgen. Dan zal er niemand meer zijn
om burgemeester en wethouders inzake de woonruimteverdeling terzijde
te staan.
Ten slotte is spreker van mening, dat de voorgedragen personen in de
vorderingscommissie kunnen worden benoemd, het aan burgemeester en
wethouders overlatende of zij deze personen ook zuilen benoemen in de
adviescommissie.
De Voorzitter zegt, dat burgemeester en wethouders verwachtten dat
ten aanzien van deze voordracht, speciaal van de zijde van de V.V.D. be-
zwaar zou worden gemaakt, gezien de beraadslagingen die in vorige ver-
gaderingen over hetzelfde onderwerp hebben plaats gehad. Spreker is zeer
dankbaar voor de meesterlijke wijze waarop mevr. van der Meulen eigen-
lijk het standpunt van burgemeester en wethouders heeft verdedigd.
Spreker steit voorop, dat burgemeester en wethouders natuuriijk vol-
komen vrij zijn in het benoemen van ieden in de adviescommissie, zijnde
een commissie die niet bij de wet is voorgeschreven. Het college is van
plan om de zitting hebbende leden te herbenoemen. Mocht er dan ook een
meerderheid voor de ingediende motie worden gevonden, dan verzoekt
spreker deze personen niet in de vorderingscommissie te benoemen.
Op de vraag van de heer Verhoeven of er niet wat doorstroming in de
commissie mogelijk is, antwoordt spreker, dat verleden jaar uitbreiding
van het ledental heeft piaats gehad met één lid.
De gang van zaken bij de woningtoewljzing is als volgt. Een aanvrage
wordt, voorzien van een ambtelijk rapport, in de adviescommissie behan-
deld. Op haar advies nemen burgemeester en wethouders hun beslissing.
Blijkt dat de eigenaar van een woning niet wil meewerken dan kan de
noodzaak zich voordoen dat tot vordering wordt overgegaan. De eigenaar
