30 oktober 1958.
213
uiterst dicht genaderd. De directeur van openbare werken heeft in de
commissie voor de plantsoenen wel gezegd, dat hij met de inspecteur
telefonisch contact heeft gehad en dat deze geen bezwaar tegen de uit-
breiding van de begraafplaats had, maar ook dat het volgens de inspecteur
hoog tijd wordt dat de zwemvijvers gaan verdwijnen. Sprekers fractie had
daarom liever een schrifteiijk rapport van de inspecteur gezien. Mogelijk
dat het advies, zij het achteraf, alsnog kan worden gevraagd en aan de
raadsleden ter inzage gegeven.
Verder zou spreker het gesprokene door de heer Scheer nog eens wilien
onderstrepen. Spreker zegt het met grote eerbied, maar hier moeten de
ievenden wijken voor de doden en het zal hierbij niet blijven. In de cir-
culaire van de Vereniging voor volkstuinders, die alle raadsleden hebben
ontvangen, is er op gewezen en spreker is het daarmede eens, dat eigenlijk
alleen maar uit deze impasse is te komen als in een bepaald onderdeel
van het uitbreidingsplan een terrein wordt aangewezen voor voikstuinen.
Heel wat gemeenten in ons land zijn Heemstede hierin voorgegaan. Nog
onlangs heeft de gemeente Utrecht in een facetplan 8 of 10 volkstuin-
complexen in een bepaald uitbreidingsplan aangewezen tot een totale
oppervlakte van 80 90 ha. Er zijn meerdere gemeenten die deze com-
plexen voor de volkstuinders aanleggen of een groot deel van de kosten
voor hun rekening nemen. Spreker hoeft er niet op te wijzen dat het volks-
tuinwezen zowel in het buiten- als in het binnenland door de deskundigen
en de hoogste autoriteiten de nodige erkenning heeft gevonden. Prof.
de Vries Reilingh, één van de Wageningse professoren, vindt het één van
de prachtigste vormen van recreatie en vrijetijdsbesteding. Prof. Hornstra,
directeur van het Instituut voor sociale geneeskunde aan de rijksuniver-
siteit van Utrecht, acht de volkstuin uit een oogpunt van volksgezondheid
van groot belang. De minister van landbouw c.a. heeft enige jaren geleden
een commissie benoemd, die hem zal moeten adviseren over het volkstuin-
wezen en zelfs over de vraag of hier niet een wettelijke vorm aan
gegeven kan worden. Spreker weet wel, dat er op dit terrein moeilijkheden
en bezwaren zijn. Door de wethouder en de directeur van openbare werken
is daarop in de commissievergadering reeds gewezen. Het is allerminst
sprekers bedoeling om deze bezwaren weg te wuiven, maar aan de andere
kant heeft spreker bij die bespreking niet de indruk gekregen dat burge-
meester en wethouders nu werkelijk alles op haren en snaren zetten om
aan het veriangen van de volkstuinder tegemoet te komen.
Spreker is in het oor gefluisterd, dat er enkele leden in het college
zouden zijn spreker hoopt dat het niet zo is die eigenlijk maar
liever al de volkstuinen uit de gemeente zagen verdwijnen omdat zij het
aanzien en het karakter van de gemeente zouden schaden. Spreker heeft
voor het karakter en het aanzien van de gemeente volledig begrip, maar
hij meent dat men niet zover moet gaan dat men van Heemstede zo'n
akelig nette gemeente gaat maken waarbij de gladgeschoren gazons en
de netgeharkte tuintjes en paadjes eigenlijk het summum van uiterlijk
schoon van de gemeente zouden zijn. Spreker doet het goed zomersavonds
ook nog eens iemand tegen te komen, die zijn schop in de ruige aarde
zet. Burgemeester en wethouders hebben het door het stellen van be-
paalde voorwaarden in de hand om, met de medewerking van het bestuur
van de pas opgerichte vereniging voor volkstuinders, hier een volkstuin-
complex te krijgen dat het uiterlijk beeld van de gemeente zeker niet
behoeft te schaden, integendeel, ook kan verhogen. Ook spreker zou dus
een ernstig beroep op het college willen doen om dit streven toch vooral
ernstig te nemen en zo mogelijk op korte termijn een oplossing te zoeken.
De heer Verhoeven is het er mee eens, dat het bewerken van een volks-
tuintje een belangrijke vrijetijdsbesteding vormt. Het zal niet onbekend
zijn, dat ook in ons land plannen bestaan tot beperking van de arbeidstijd