n
30 oktober 1958.
215
vijvers is gesproken. De zaak van de volkstuintjes is reeds in de commissie
van openbare werken van alle kanten besproken. Daar heeft spreker al
uiteengezet dat het college niet tegen volkstuintjes is, maar dat de grote
moeilijkheid is om een terrein te vinden waar volkstuintjes kunnen worden
aangelegd. De aanwezige gemeentegrond moet spoedig bouwrijp gemaakt
worden, zoals b.v. de grond bij de Rijnstraat en de terreinen van Ipenrode.
Ook dan zuilen er weer volkstuintjes moeten verdwijnen.
Het is heel gemakkelijk om te zeggen dat een bepaalde boer misschien
wel bereid zal zijn om van zijn land afstand te doen. Spreker wil er echter
aan herinneren dat in zo'n geval moeilijkheden te vrezen zijn in verband
met de Pachtwet. De kwestie van de volkstuintjes is door het college
grondig besproken. Burgemeester en wethouders staan heus niet onwel-
willend tegenover het streven der vereniging. Het is ook niet zo, zoals de
heer Verkouw opmerkte, dat er leden van het college zijn die niet erg
veel voor de aanleg van volkstuintjes voelen.
De heer Verhoeven heeft als mogelijkheid genoemd het terrein van het
oude slot. Dit terrein ligt echter voor volkstuintjes veel te laag. Er zal
waarschijnlijk eerst een meter grond op moeten worden gebracht en dat
zal de prijs van deze grond zeker met 4 5 gulden per meter verhogen.
Om dit terrein van 3 ha voor volkstuintjes te bestemmen zal dus wel een
heel dure affaire worden.
Ook is de opmerking gemaakt, dat de gemeente niet alleen behoeft te
bestaan uit parken en plantsoenen. Mogelijk is dit gezegd naar aanleiding
van een opmerking in een van de commissies, dat de volkstuintjes b.v.
niet op het weiland aan de Vrijheidsdreef kunnen worden aangelegd. Er
is nog wel open terrein in de gemeente, maar dat is eigendom van par-
ticulieren. Men kan echter zelf wel nagaan wat hiervoor gevraagd zal
worden. Als burgemeester en wethouders een oplossing wisten zouden zij
niets liever doen dan de volkstuinders ter wille zijn. Spreker kan dan ook
niet beloven dat burgemeester en wethouders op korte termijn met een
voorstel zullen komen.
Het college is al lang van mening dat de zwemvijvers verplaatst moeten
worden naar het daarvoor aangewezen terrein aan de Sportparklaan. Oor-
spronkelijk zijn er moeilijkheden geweest, omdat men het niet eens was
over de opzet van de zwemvijvers, terwijl daarna de bestedingsbeperking
is gekomen. Toch is spreker van mening, dat nu niet al te lang meer ge-
wacht kan worden, omdat de huidige zwemvijvers tamelijk in verval raken.
Het zou eigenlijk zonde zijn om daar nog grote geldelijke offers aan ten
koste te leggen omdat ze over enkele jaren toch zullen moeten verdwijnen.
De heer Scheer is met het antwoord van de wethouder helemaai niet
tevreden. Spreker gelooft wel dat de wethouder op dit moment geen
oplossing weet, maar die oplossing moet persé gezocht worden en dan zal
zij ook gevonden worden. De promotor van de vereniging voor volkstuin-
ders heeft spreker verzekerd, dat de leden al blij zullen zijn met een
onherbergzaam terrein. Zij zullen daar alles aan doen, mits zij niet 10
maar 20, 30 of 40 jaar over het terrein kunnen beschikken. Zij zullen dan
het terrein een behoorlijk aanzien geven, zodat men niet bang behoeft te
zijn dat het complex volkstuinen het aanzien van de gemeente zal schaden.
Spreker vraagt het college en hij hoopt dat het niet in de vorm van een
voorstel gegoten behoeft te worden, om zich op deze aangelegenheid te
gaan beraden en in het belang van de volkstuinders dat te doen wat naar
sprekers smaak in het huidige tijdsgewricht zeer dringend nodig is.
Wethouder Van Lent antwoordt, dat de heer Scheer er rekening mede
moet houden dat de gemeente geen enkel terrein in eigendom heeft dat
voor de aanleg van volkstuintjes beschikbaar kan worden gesteld. De ge-
meente zou daarvoor dus terrein moeten kopen. Een andere mogelijkheid
zou zijn dat de een of andere boer een gedeelte van zijn terrein als volks-