LAGER ONDERWIJS.
De kosten per leerling voor het openbaar lager onderwijs zijn in de be-
groting geraamd op:
In de voor 1958 en 1959 geraamde bedragen is respectievelijk 1,50 en
f 1,75 voor administratiekosten begrepen. In 1957 was hiervoor 1,per
leerling uitgetrokken.
Voor het openbaar gewoon lager onderwijs is, evenals voor het g'elijk-
soortige bijzonder onderwijs, rekening gehouden met de handhaving van
boventallig onderwijzend personeel.
De van buitengemeenten te ontvangen en aan haar te betalen bijdragen
zijn andermaal hoger geraamd ten einde de ramingen meer aan te pas-
sen aan de voor het tijdvak 1958 t/m 1960 belangrijk hogere kosten van het
onderwijs dan over het vorige driejarig tijdvak.
Ook hier gaan de kosten van dit onderwijs de normvergoedingen van
het rijk, zoals U uit de toelichting op de inkomstenposten op hoofdstuk
VIII 6 zal blijken, in niet onaanzienlijke mate te boven. Hetgeen de ge-
meente voor haar openbare kleuterscholen meer uitgeeft dan deze norm-
vergoedingen behoort ook aan de bijzondere scholen ten goede te komen.
Hiervoor wordt op de begroting 11.985,en 22.715,gereserveerd res-
pectievelijk voor vergoeding per lokaal en vergoeding per kleuter. Laatst-
genoemd bedrag wordt uiteraard sterk beïnvloed door de kosten van de
helpsters.
MIDDELBAAR- EN VOORBEREIDEND HOGER ONDERWIJS.
Bij de ramingen op deze paragrafen moest rekening worden gehouden
met een toeneming van het aantal Heemsteedse leerlingen op de Haarlem-
se scholen, alsmede met een stijging van de kosten per leerling.
Evenmin als vorig jaar is rekening gehouden met het ontwerp van wet
tot wijziging der subsidieregeling ten behoeve van de openbare V.H.M.O.-
scholen. Wij achten het nl. om de reeds in onze bij de vorige begroting
behorende nota vermelde redenen niet raadzaam er op te rekenen, dat deze
nieuwe regeling op 1 januari 1958 in werking zou treden. De trage behan-
deling van dit wetsontwerp heeft ons, wat betreft onze aanvankelijke voor-
zichtigheid in deze, menen wij in het gelijk gesteld ook al is dan in het in-
middels gewijzigd ontwerp van wet, dat bij de Memorie van Antwoord aan
de Tweede Kamer der Staten-Generaal was gevoegd, als datum van inwer-
kingtreding nog 1 januari 1958 genoemd.
De winsten der bedrijven zijn in de begroting als volgt geraamd:
gewoon lager onderwijs
uitgebreid lager onderwijs
1958
50,10
69,47
1959
54,45
68,38
KLEUTERONDERWIJS.
BEDRIJVEN.
1959
1958
Gasbedrijf
Duinwaterbedrijf
Elektriciteitsbedrijf
70,430,—
13.840,—
170.299,—
24,153,—
10.448,
181.588,—
254.569,—
/216.189,—