227
27 november 1958.
Wethouder Van Lent antwoordt, dat er ten aanzien van deze uitbrei-
dingsplannen over een paar kleine details nog geen overeenstemming be-
staat. Gedeputeerde staten moesten daarom hun beslissing verdagen.
De Voorzitter zegt, dat gedeputeerde staten binnen 6 maanden een be-
sussing op een raadsbesiuit moeten nemen. Kunnen zij dat niet, dan kan
die termijn weer met 6 maanden verlengd worden. Dit wii natuurlijk niet
zeggen dat nu de beslissing eerst over 6 maanden zal worden genomen.
Burgemeester en wethouders hebben de bezwaren van gedeputeerde staten
behandeld. Binnenkort zal er wel een beslissing vallen.
IV. VERLENGING TERMIJN VAN ONTRUIMING
ONBEWOONBAAR VERKLAARDE WONING KERKLAAN 5.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
139. Verlenging termijn van ontruiming onbewoonbaar verklaarde woning.
De voorzitter deelt mede, dat de commissie voor openbare werken zich
hiermede kan verenigen.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
V. WIJZIGING VERORDENING REGELENDE DE SAMENSTELLING
EN DE WERKKRING DER VASTE COMMISSIES ALS BEDOELD IN
DE ARTIKELEN 60 EN 197 DER GEMEENTEWET.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
140. Verordening regelende de samenstelling en de werkkring der vaste
commissies, als bedoeld in de artikelen 60 en 197 der Gemeentewet.
Mr. Rutgers stelt voorop, dat hij zich met de algemene strekking van de
wlJzlëJng, om de commissies niet voor 1 maar voor 4 jaar te benoemen
zeer wel kan verenigen. Zijn opmerkingen die hij zal maken zijn van
redactionele aard.
De voorgestelde redactie van artikel 5 luidt: „De leden der commissies
alsmede de voorzitters der commissies bedoeld in de eerste alinea varî
artikel 1, worden gekozen voor de duur van hun zitting als lid van de
raad. Hieruit is niet anders te lezen, dan dat de voorzitters van de com-
missies door de raad worden gekozen.
Artikel 60 van de gemeentewet bepaalt in de le alinea: „De raad kan
vaste commissies zijner leden belasten met de voorbereiding van hetgeen
waarover hij heeft te besluiten. Hij benoemt er de voorzitters en leden'
van en m de 2e alinea: „De raad kan insgelijks, doch alleen op voor-
dracht van burgemeester en wethouders, aan vaste commissies zijner leden
opdragen, burgemeester en wethouders in het beheer van bepaalde takken
van de huishouding der gemeente bij te staan. Van deze laatste commissies
îs een der leden van het college van burgemeester en wethouders, door dit
coilege uit zijn midden aangewezen, voorzitter."
In de voorliggende verordening wordt gesproken over de commissies
bedoeld în artikel 60, alinea 2, zodat de voorzitters daarvan niet door de
raa^d worden gekozen, maar door burgemeester en wethouders uit hun
midden worden aangewezen. Spreker vraagt daarom of het niet beter is
pen woorden '.alsmede de voorzitters der commissies" te schrap-
Voorts staat er in artikel 5 (nieuw) dat de leden der commissies worden
gekozen voor de duur van hun zitting als lid van de raad. Dat betekent
dus, dat zij steeds voor 4 jaar worden gekozen en dat het ook niet anders
kan. Burgemeester en wethouders schrijven verder in hun toelichting, dat