229
27 november 1958.
De Vcorzitter deelt mede, dat de commissie voor sociale zaken zich
hiermede kan verenigen.
Mevr. van der Meulen stelt voor, de datum 31 december 1960, genoemd
in het ontwerp-besluit onder B 2e., te veranderen in 31 december 1961,
omdat anders al vôör april 1960 door de raad een beslissing moet worden
genomen of deze overeenkomst voor langere tijd zal worden aangegaan.
Er zullen op dat tijdstip nog slechts weinig gegevens bekend zijn die een
juist inzicht geven in de werking van de bank na de reorganisatie. Dit kan
beter beoordeeld worden in 1961 wanneer enige verslagen van de Volks-
kredietbank bekend zijn.
Mr. Pliester kan zich geheel bij het voorstel van mevr. van der Meulen
aansluiten. Voorts wil spreker nog de aandacht vragen voor een punt dat
in de cornmissie voor sociale zaken ter sprake is gekomen. Het komt de
commissie nl. gewenst voor, dat door de Volkskredietbank in ieder geval
in maart van de jaren 1960 en 1961 een verslag wordt uitgebracht, opdat
men zich na het tweede jaar een indruk kan vormen hoe de zaak zich
heeft ontwikkeld.
De heer Scheer gelooft dat zijn fractie ook met het voorstel van mevr
van der Meulen akkoord kan gaan.
Voorts is het spreker opgevallen, dat in de voorlaatste alinea van het
voorstel door burgemeester en wethouders gezegd wordt, dat met de in-
standhouding van de Volkskredietbank een gemeentebelang wordt gediend.
Spreker zou graag vernemen waaruit dat gemeentebelang bestaat. In de
vergadering van 27 maart 1958 heeft de raad zich toch maar rustig van
de Volkskredietbank gedistancieerd. Was het toen geen gemeentebelang
De heer Verhoeven wijst er op, dat de gemeenschappelijke regeling niet
ls °Pg'ezeg'd omdat de raad daar geen gemeentebelang in zag, maar omdat
aüe aangesloten gemeenten de gemeenschappelijke regeling per 1 april 1958
opzegden, opdat de gang van zaken bij de Volkskredietbank eens goed
kon worden bekeken.
De Volkskredietbank heeft tot taak te voorzien in de behoefte aan con-
sumptief- en noodkrediet. De mensen die een dergelijk krediet nodig
hebben komen niet in aanmerking voor de persoonlijke kredieten die dezer
dagen door twee grote banken ter beschikking zijn gesteld. Voor die
persoonlijke kredieten wordt heel wat meer vereist aan kredietwaardigheid
dan bij de Volkskredietbank. In het algemeen wordt van de Volkskrediet-
bank gebruik gemaakt door mensen die in niet te ruime geldelijke om-
standigheden leven en die kan men nooit naar een bank verwijzen om een
belangrijk bedrag aan geld te lenen.
Het bezwaar tegen de Volkskredietbank was de laatste tijd dat de le-
nmgen tegen te zware voorwaarden worden verstrekt en dat het kosten-
aandeel der gemeente in de exploitatie van de bank te groot wordt. Wan-
neer aan deze bezwaren wordt voldaan dan is de mogelijkheid tot het ver-
kiijgen van kredieten bij de Volkskredietbank een belang van de gemeente-
naren en daarmede van de gemeente.
De heer Schuitenmaker vraagt, of de genoemde termijn van 9 maanden
de overeengekomen termijn met de bank is waarop eventueel geliquideerd
zal worden.
De Voorzitter antwoordt, dat de gemeenschappelijke regeling een opzeg-
termijn heeft van 9 maanden.
Mevr. van der Meulen zegt, dat haar fractie de Volkskredietbank ziet
als een groot sociaal belang. Wanneer de gemeenschappelijke regeling
aan deze gemeente iets meer zou kosten, dan zou dat voor haar fractie
geen reden zijn om op opzegging daarvan aan te dringen. Haar fractie
wil deze zaak echter graag van alle kanten bekijken.