11 december 1958. 249 uitmaken, heeft bij de gemeenteraadsverkiezingen deze partij van die wind in de zeilen geprofiteerd. Komen wij weer uit de put, dan zal ook weer blijken, dat wij hier met een voorbijgaande hoogconjunctuur te ma- ken hebben. Is het niet opmerkelijk, dat men thans in de top van de V.V.D. niet meer zo afkerig is van medeverantwoordelijkheid nu het er naar uit gaat zien, dat wij het dieptepunt van deze conjunctuurgolf ge- passeerd schijnen te zijn? Men wil dus blijkbaar van een „winning team" wel deel uitmaken. Hoe dit ook zij, wij hebben nu te maken met een grote V.V.D.-fractie in deze raad, die wel medeverantwoordelijkheid heeft willen aanvaarden. Het zal in de toekomst blijken, dat die grote fractie in concreto in deze ge- meente, met de medewerking van de andere partijen niet zoveel meer voor de gemeente kan bereiken, dan tot nu toe door de kleinere fractie in samenwerking met de andere partijen is bereikt. Men heeft niet zoveel armslag in een gemeente. Hier wordt de lands- politiek niet uitgemaakt. Wij dansen als gemeente eenvoudig naar de pij- pen van Den Haag en de grotere V.V.D.-fractie zal niet zoveel méér kunnen doen of méér kunnen tegenhouden dan de oude raad heeft gedaan. Wel heb ik enige angst voor het principiële vlak. Met name voor het C'hristelijk-principiële vlak. Per saldo heeft (als ik die oude term nog eens mag gebruiken) de rechtse meerderheid voor een linkse meerderheid plaats- gemaakt en de V.V.D. zal niet beter dan door de befaamde „neutraliteit" in dergelijke principiële aangelegenheden, die in een gemeente slechts zeiden, doch dan met zoveel felheid spelen, kunnen bewijzen, dat de con- fessionele schapen, die in haar schaapskooi te land zijn gekomen, daar niet thuisbehoren. Ik hoop, dat de K.V.P. daar in de toekomst niet op zal behoeven te wijzen, ze zal het „le cas échéant" (in voorkomende gevallen) NIET nalaten. Ik mag hier met dit grote aantal zetels van de V.V.D. in deze raad in onze practische politiek wel iets verlangen en dat is, dat zomin als de K.V.P. hier ooit van haar positie als grootste partij in de raad misbruik heeft gemaakt de V.V.D. dit zal doen. Het zou bijvoorbeeld niet zo vreemd zijn geweest, indien bij de wethou- dersverkiezingen in deze raad, zoals de zaak er thans voorstaat, aan de beide grootste partijen uitsluitend de wethouderszetels zouden zijn toege- kend. Zij, die tegen deze gedachte het hardst sputteren, hebben in andere gemeenten getoond meer om de eigen partij dan om de geschiktheid voor het ambt te denken. Iedere partij heeft zich trouwens in dat opzicht wel wat te verwijten, ook de K.V.P., maar zo zijn we hier niet. Noch de V.V.D. noch de K.V.P. heeft een dusdanige verdeling van de zetels gewild en bij voorgaande constellaties, toen de K.V.P. meer in de melk te brok- ken had dan thans, heeft ze nooit in die richting gestuurd. Ook bij vroegere gelegenheden en toen ten faveure van de thans getrof- fen partij hebben wij getoond van mening te zijn, dat meer dan in de lands- politiek de gebleken geschiktheid van de persoon tot vervulling van een ambt de doorslag dient te geven bij de benoeming tot wethouder. Wij zijn van mening, dat in de persoon van de wethouder van de V.V.D. de qua- liteiten zijn verenigd, die hem geschikt maken tot het beheer van de portefeuilles, die hem zijn toebedeeld, al zijn daar heel veel lichte por- tefeuilles bij. Het is geen absolute eis van democratie, dat als de ene partij wel een zetel heeft een andere even grote, er eveneens een moet hebben. Wij hebben hier de situatie gekend, dat een kieinere een zetel kreeg en een grotere niet. Wel is het een absolute eis van democratie, dat niet bij gebleken ge- schiktheid voor een gemeenteambt, iemand, die een bepaalde kleur of een bepaalde confessie heeft daarom dat ambt niet kan bekleden en dat is in het verleden, zij het in besioten kring, hier wel eens beweerd. Wij Katholieke fractieleden voelen ons, het zij met nadruk gezegd met

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1958 | | pagina 15