236
11 december 1958.
het algemeen 3 wethouders voor deze gemeente voldoende zijn. Spreker
heeft toen uitdrukkelijk doen uitkomen, dat bij het optreden van nieuwe
omstandigheden wijziging van dit aantal mogelijk zou zijn. Terecht is dus
de duurzaamheid van de toen genomen maatregel niet vastgelegd. Er is des-
tijds getwijfeld over het verschii tussen de woorden ,,voortaan" en „duur-
zaam"; thans blijkt dit verschil duidelijk. Vergeleken bij het college dat des-
tijds bij handhaving van 3 wethouders zou optreden, is het thans overblij-
vende college van 3 wethouders, ten aanzien althans van één lid, met grotere
werkkracht uitgerust voor de uitoefening van zijn taak. Bij het beant-
woorden van de vraag of deze veranderde omstandigheid voldoende is om
terug te vallen van 4 op 3 wethouders is uiteraard de mening van het
college zelf, belangrijk geweest. Sprekers fractie heeft er kennis van ge-
nomen, dat bij de huidige samenstelling onder deze omstandigheden, 3
wethouders voldoende worden geacht. Daarom is dit voorstel ingediend met
wederom het voorbehoud, dat, mocht het in de toekomst toch nog noodza-
kelijk blijken om het college uit te breiden, dit dan altijd opnieuw kan
worden bezien.
Mevr. van der Meulen zegt, dat de heer Rutgers terecht heeft opgemerkt,
dat het nauwelijks 3 maanden geleden is, dat men aannam dat voortaan
een aantal van 4 wethouders voor de gemeente Heemstede gewenst zou
zijn. Dit „voortaan" is dan een periode van 3 maanden geweest. De P. v. d.
A. heeft naast het voorstel van de V.V.D. een ander ingediend, waarbij
werd voorgesteld het aantal wethouders „duurzaam" op 4 te brengen en
niet afwisselend op 3 of 4. De heer Verkouw zei daarover toen: „De fractie
van de P. v. d. A. voelt er namelijk allerminst voor om, naar believen van
de anderen en al naar gelang het hen uitkomt, de vierde zetel beurtelings te
creëren en in te trekken".
In Heemstede wordt op dit punt nogal eens veranderd. Er is een periode
van 4 wethouders geweest, waarna, toen de heer Disselkoen overleed,
het aantal wethouders weer op 3 werd gebracht. Er was toen geen plaats
meer voor de P. v. d. A. 3 Maanden geleden dacht men, dat 4 wet-
houders het meest gewenst zouden zijn, omdat dan de wethouderszetels
bezet zouden worden door 2 leden van de V.V.D., 1 van de Prot. Chr. groep
en 1 van de K.V.P. en nu komt men weer met het voorstel om het aantal
wethouders op 3 te brengen. Voor de gemeente Heemstede vindt spreekster
fractie dat geen stijl. Zij gelooft niet dat het de bedoeling van de wetgever
is geweest dat men in een gemeente het aantal wethouders afwisselend op
3 of 4 brengt en niet stelt dat voor deze gemeente een aantal wethouders
van 4 het meest gewenst is, omdat men dan kan rekenen op een actief
beleid. Wanneer men zegt dat er voor Heemstede 4 wethouders nodig zijn,
dan is de P. v. d. A. het hiermede eens. Maar als men meent dit aantal 3
maanden later weer op 3 te kunnen stellen, dan getuigt dit van gebrek aan
stijl, de gemeente Heemstede onwaardig.
De heer Rutgers heeft gesteld, dat de thans nog over zijnde leden van
het college voldoende tijd en aandacht kunnen geven aan de zaken die hun
aandacht zullen vragen. Spreekster is van mening, dat dit op dit moment
zeer beslist niêt het geval is. Toen men het voorstel deed om 4 wethouders
te benoemen werd dit verdedigd met het argument, dat de heer van Lent
vele jaren zijn beste krachten heeft gegeven maar nu niet de leeftijd heeft
om hem zwaarder te belasten dan in voorgaande jaren het geval is ge-
weest. Dit is door de heer van Lent niet tegengesproken. De heer Rutgers
stelde verder, dat de heer van Wijk een mannetjesputter is maar het zelf
zo druk heeft met mannetjes uit de put te halen, dat hij daardoor zelf
uitgeput raakt en niet zijn volle aandacht aan zijn taak om de gemeente te
besturen, zal kunnen geven. Dit is ook door de heer van Wijk niet tegen-
gesproken en eerlijk gezegd hoopt spreekster voor hem, dat de praktijk
van de heer van Wijk in deze 3 maanden niet zö hard is teruggelopen dat