S;raCraVSChn ls dus lliet waar dat men d00r £een subsidie aan het 278 11 december 1958. Daarnaast kennen we een atheïstisch Humanisme, dat leeft op idea- listische of rationalistische grondslag: b.v. in het Nederlands Humanis- tisch Verbond, ofwel op grond van bepaalde naturalistische en evolutio- mstische opvattingen zoals in de in 1941 gestichte American Humanist Association. Dat atheïstisch Humanisme is in zijn denkwijze vrij oud en het heeft in de loop der eeuwen heel merkwaardige uitingsvormen gekend zoals b.v. in een Auguste Comte, overigens de vader ook van het positi- visme en daardoor o'ok van de sociologie. Zijn hoofddoel was een nieuwe ordenmg van de samenleving. Een middel daartoe was: de vooruitgang van de mensehjke geest in positieve richting en de vorming van een weten- schap der maatschappelijke verschijnselen die sociologie heet. Na de vroe- gere theologische en metaphysische stadia moest namelijk de menseliike geest zich in het positieve stadium enkel bezighouden met de waarneming der verschrjnselen en de ontdekking van hun wetten. Aan zijn stelsel van positieve wetenschap verbond Comte ook een positieve godsdienst de eredienst der mensheid. Eigenlijk ligt dit vergoddelijken van de mens als een ®°prt van evolutie na metafysica en godsdienst tot hümanisme ten grondslag aan het huidig humanisme. Het woord humanisme wordt in het Humanistisch Verbond genomen in ®e.I?..speJ; onchristelijke betekenis, los van elk verband met de chris- telijke belijdenis. Dit humanisme is voornamelijk geïnspireerd door het wijsgerig idealisme en bij verschillende woordvoerders verbindt het zich met een zeker pantheïsme. Het goddeiijke is niet boven maar in de mens te zoekën, zegt men. Dr. Griss schrijft in een in 1946 verschenen boek, dat hrj dat goddeiijke m de mens vindt door idealistische inkeer en ook door mystieke contemplatie. Ziet U nu wel, dat zich daar dezelfde se- schiedems afspeelt als bij Auguste Comte? Ziet U zich dat herhalen? Z1Jn -T TZ blj Au*uste Comte beland. Het Humanisme dat m het Humamstisch Verbond zou zijn terug te vinden, is niet bij uitstek de opvanger of opvangster van alle onkerkelijken en zeker niet van de jeugd. Laten we ook even vaststellen dat dat Humanisme niet ipso facto Humamstisch Thuisfront te verlenen alle onkerkelijke jongeren maar in de kroeg jaagt of op de hoeken van straten laat staan, want deze onkerke- rechtJOngeren k0men niet allemaal bij het Humanistisch Thuisfront te- Mevr. van der Meulen. „Waar dan wel?" De heer Verhoeven. Nergens mevrouw, niet dââr. Het Humanisme, zo- als dat beleden en gepropageerd wordt door het Humanistisch Verbond, tracht zich en dat is nu het merkwaardige tevergeefs te vergelijken en gelijk te stellen met de godsdienst. Begrijp mij goed, ik bedoel dus niet de humanisten, maar het Humanisme zoals het door het Humanistisch Verbond beleden wordt. In de Tweede Kamer heeft men b.v. op een ge- geven moment gevraagd om hun veldpredikers of veldpredikanten te ge- ven. Men stelt zich dus op één lijn met een godsdienst. Christenen die niet beseffen wat hier gebeurt begrijpen niet, dat zij direct noch indirect dit bepaalde Humanisme, dat niet neutraal is en niet de opvangster is van alle onkerkelijken, mogen steunen. Wie van de christenen in andere partijen dit toch doet, laat zich door atheïstische en tegen God vechtende mensen meesleuren. Het gaat hier vôôr of tegen God. Hier moet men be- denken dat Christus heeft gezegd: „Wie niet voor mij is, is tegen mij." Persoonlijk ben ik bereid de subsidies voor het Prot. Chr. en het R.K. Thuisfront te laten vallen als daarmede voorkomen kan worden, dat wij subsidie geven aan het Humanistisch Thuisfront. Ik ben van mening, dat de overheid die haar gezag aan God ontieent, het Humanistisch Thuis- front niet mag steunen. Als wij dit toch doen zijn wij op het verkeerde pad. Ik ben niet tegen de Humanisten. Ik ben tegen het steunen van het

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1958 | | pagina 44