238 11 december 1958. over te gaan. Alleen alle omstandigheden tezamen hebben spreker er uit- eindelijk toe gebracht om een aantal van 4 wethouders juist te vinden. Nu is één van die omstandigheden vervallen en is er een nieuwe toestand ont- staan. Dit is voor spreker voldoende om thans een ander standpunt in te nemen. Hij ziet er geen nut in om de omstandigheden die hij de vorige keer heeft opgesomd, nu weer aan te halen. De enige juiste vraagstelling is of de geschiktheid van de personen en de hoeveelheid werk die moet worden verricht, 3 of 4 wethouders eisen. Het zou inderdaad onjuist zijn als hier met een politieke zet rekening moest worden gehouden. Dat heeft de P. v. d. A. in Amsterdam gedaan. Hier is alleen het aantal wethouderszetels bepaaid naar reële punten. Wis- seling van 4 op 3 wethouders is bepaald niet een zo ernstige zaak, dat dit slechts voor lange tijd zou kunnen geschieden. Men kan dit naar behoefte veranderen. De werkzaamheden van de wethouders moeten toch opnieuw verdeeld worden en ook daarom is er niets tegen om van 4 op 3 wethou- derszetels over te gaan. Mevr. van der Meulen protesteert er tegen, dat zij het de vorige keer door de heer Rutgers gesprokene, niet juist zou hebben aangehaaid. De heer Rutgers heeft inderdaad gezegd, dat hij liever een aantal van 3 wet- houders had, maar in de omstandigheden van dat moment zich kon vereni- gen met 4 wethouders. Spreekster heeft bij haar argumentatie juist „dat moment" aangehaald om aan te tonen dat er eigenlijk helemaal niets ver- anderd is, want de omstandigheid dat de heren van Wijk en van Lent geen uitbreiding van hun portefeuilles wensten, is dezelfde gebleven. De nieuwe omstandigheid, n.l. deze dat de heer Corver alle overige portefeuilles op zich zal nemen, terwijl de heer Corver nog niet voldoende in de gemeente- zaken is ingewerkt en de taak van een wethouder nog niet voldoende kent, is juist zeer aanvechtbaar. Daardoor vindt spreekster het juist niet te verdedigen dat men op dit moment op 3 wethouders terug wil vallen. Wat de heer Piiester heeft gezegd heeft spreekster verbaasd. De vo- rige keer heeft hij n.l. het volgende gezegd: ,,AlIe beslissingen die wij nemen zijn van meer duurzaam karakter". (Het was dus niet nodig, dat de P. v. d. A. voorstelde om het aantal wethouders duurzaam op 4 te brengen),,Mocht daaraan in verband met de verklaring van de heer Rut- gers een andere betekenis toegekend moeten worden, dan meent spreker toch dat wij hier voorlopig in principe wel toe kunnen besluiten als wij ons voorstellen, dat het voor de komende periode is". H. i. heeft de heer Plies- ter toen de komende periode van 4 jaren bedoeld. Anders kan spreekster het niet uitleggen. Hij heeft zeer beslist niet 3 maanden bedoeld. Mr. Pliester zegt, dat er zich bepaalde omstandigheden kunnen voordoen waardoor men terugkomt op iets wat men zich eerder anders gedacht heeft, indien blijkt, dat iets wat men zelf gehoopt had en daarop doelt zijn gezegde alsnog wordt verwezenlijkt. Dat liet zich toen niet aanzien. Inderdaad lijkt het, dat er een exceptie in zit. Als die er in gelegen heeft, zal spreker die op zijn eigen woord nemen. Nu de gelegenheid zich voor- doet om weer op het juiste uitgangspunt terug te komen, wil spreker die kans in ieder geval niet laten iopen. Ir. Tinbergen heeft van de heer Rutgers begrepen, dat de V.V.D. nu zo ongeveer voorstandster is van 3% wethouder. Het aantal wordt dan be- paald door een subtiel spel van krachten waardoor men thans ineens weer van 4 naar 3 wethouders wil. Naar sprekers persoonlijke smaak is het ge- vaar van een dergelijk gesol met het aantal wethouders, dat het aantal be- trokken wordt bij het politieke spel. Daartegen zou spreker zich willen verzetten. Als er hier 4 wethouders nodig zijn, moet men zich daaraan ook houden. Mr. Rutgers antwoordt, de vorige keer al gezegd te hebben dat er hier

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1958 | | pagina 4