290
11 december 1958.
17. TARIEVEN VOOR ELEKTRISCHE STROOM.
De heer Hopstaken heeft bij de vorige begrotingsbehandelinv van de
wethouder de toezegging gekregen, dat in de ioop van het jaar de winkel-
tarieven enz. op de helling zouden worden genomen. Spreker vraagt naar
de resultaten daarvan.
Wethouder Van Wijk antwoord, dat dit inderdaad gebeurd is. Het
resultaat daarvan is echter niet datgene wat de heer Hopstaken wenst Bii
dat onderzoek zijn burgemeester en wethouders bij vernieuwing gecon-
fronteerd met de omstandigheid dat het elektriciteitsverbruik in winkels
voor de gemeente toch wel zeer nadelig is. Bij de laatste tariefswiiziging
is het kwantum g*oedkope stroom voor de winkelier g"ebracht op 450 kWh
en wanneer in de winkel tevens een gezin woont tot 900 kWh. Niet ont-
kend kan echter worden dat de winkeliers juist in de spitstijd hun etalages
volop verlicht hebben. Daardoor blijft dit altijd voor de gemeente een dure
geschiedems. Burgemeester en wethouders hebben geen vrijheid kunnen
vinden een nog groter kwantum stroom tegen winkeltarief toe te staan.
De heer Hopstaken: „De winkeliers doen dit toch niet voor de lol".
Wethouder Van Wijk: „Wij betalen ook niet voor de lol".
De heer Hopstaken vindt het onrechtvaardig dat iemand die de stroom
voor zijn werk moet gebruiken dezelfde prijs moet betalen als iemand die
de stroom voor zijn plezier gebruikt. Elektrische stroom is voor de winke-
lier gereedschap.
Wethouder Van Wijk wijst er op, dat, wanneer de gemeente door een
zware belastmg van de piekuren veel voor de stroom moet betalen, moeiliik
verwacht kan worden, dat zij aan de winkeliers alle stroom tegen winkel-
tarief gaat doorverkopen. Als men zou zeggen dat deze levering op een
of andere wijze gesubsidieerd moet worden, dan komt het in ein ander
vlak te hggen. Naar de mening van het college worden al te veel zaken
zoals levensmiddelen, gesubsidieerd, zodat niemand meer weet hoe de
zaken precies liggen. Spreker acht dit een ongezonde toestand. Spreker
meent dat veel van deze zaken moeten wegvallen opdat in de eerste plaats
reahteit gezien wordt en gebaseerd op die realiteit beslissingen kunnen
worden genomen.
GEMEENTEBEGROTING.
De V oorzitter deelt mede, dat het volgende voorstel is ingekomen:
„Ondergetekenden stellen voor, het heffingspercentage der straatbelasting
°P 6 /o voor gebouwd en 3 voor ongebouwd te brengen. H. v d Meulen-
Houwer, H. J. Verkouw, J. Tinbergen."
Mevr Van der Meulen meent reeds voldoende toelichting op dit voor-
stel te hebben gegeven. Haar fractie is van oordeel, dat blj aanneming
van haar voorstel de huiseigenaren niet een te hoge straatbelasting gaan
betalen. In verhoudmg tot andere gemeenten hebben zij reeds lang genoeg
van de lage straatbelasting geprofiteerd.
Het voorstel wordt verworpen met 217 stemmen.
Vôor het voorstel stemden mevr. van der Meulen-Houwer en de heer
Tinbergen.
22. HOOFDSTUK III. OPENBARE VEILIGHEID.
De heer Schuitenmaker vraagt hoe de leden er over denken om een soort
kleine commissie in te stellen voor het bespreken van te nemen verkeers-
maatregelen.
De Voorzitter antwoordt, dat het college er weinig voor voelt om, zoals