294 11 deeember 1958. Personen, die lang-er dan 14 dagen hoesten, zullen vanzelf wel naar hun huisarts gaan en wanneer deze iets vermoedt zal hij zijn patienten wel na laten kijken op t.b.c. 6. Bij velen heerst een zekere huivering voor het stralingsgevaar, waar- aan men bij de doorlichting bloot zou staan. De gevaarlijke dosis zou gemakkelijk overschreden kunnen worden, wanneer men al te veel ge- keurd wordt, b.v. ên in de bedrijven ên bij het algemeen bevolkings- onderzoek ên eventueel nog bij keuringen voor sport, school, bloed- transfusiedienst enz. 7. Een meer gericht onderzoek, waarbij dus speciale groepen van onze samenleving worden gekeurd, zou veel meer waarde hebben. Dit waren in grove trekken de argumenten, die burgemeester en wet- houders tot dit jaar er van weerhielden hier met het algemeen bevolkings- onderzoek te beginnen. Nu zou ik graag deze verschillende punten nader willen bekijken. Ad 1. Is de t.b.c. een ziekte, die iangzamerhand begint te verdwijnen? De grafiek in het laatste jaarverslag over 1957 van de stichting „Cen- traal Bureau voor Keuringen op Medisch en Hygiënisch Gebied" laat zien hoe aan de sterke daling van de t.b.c.-morbiditeit, die na de oorlog begon en onafgebroken doorging tot 1956, een einde is gekomen. Na 1956 zien wij weer een stljging van de lijn. Dit is natuurlijk slechts een globaal over- zicht, dat niet representatief is voor de gehele bevolking, maar toch wel degelijk een reële stijging van de nieuw gevonden actieve t.b.c.-gevallen laat zien bij bedrijfskeuringen en bevolkingsonderzoek. De in de laatste tijd meer voorkomende nieuwe gevallen van tuberculose onder de middelbare schooljeugd, waar de geneeskundige inspecteur mij o.a. ook op wees, zijn een waarschuwing voor ons om waakzaam te blij- ven. Er is ook een duidelijke stijging waar te nemen in de leeftijdsgroep tussen 15 en 39 jaar, vooral bij de mannen. Ad 2. Natuurlijk is het onderzoek slechts een moment-opname, maar ik zie niet in, waarom wij het däârom niet zouden doen. Lâten wij dan eens een moment-opname maken van onze gemeente om te zien hoe het er nu mee staat. Zonder dat hebben wij géén enkel bewijs om te zeggen, dat er hier wel niets of haast niets gevonden zal worden. Bloemendaal,' dat net als Heemstede een welvarende gemeente genoemd wordt, heeft het onderzoek in 1955 al doen plaats hebben en zal dat in maar't van het volgende jaar weer doen. Daar werden 4 nieuwe gevallen van actieve t.b.c. gevonden, waarvan 2 open actieve t.b.c.-processen waren, die dus een ge- vaar voor hun omgeving vormden. Misschien zult u zeggen dat deze zieken toch ook wel zonder dit algemene onderzoek gevonden zouden zijn. Dat is mogelijk en ook wel te hopen, maar misschien Zou dat dan later zijn gebeurd, terwijl intussen anderen steeds meer door hen besmet kunnen worden. Natuurlijk moeten de personen, die opgeroepen worden weten, dat deze éne opname hun niet garandeert dat zij vrij blijven van deze ziekte, maar dat zij wanneer zij klachten hebben, zo spoedig mogelijk naar hun huis- arts moeten gaan. Ad 3. De goep wegblijvers is minder groot dan men denkt. In Bloe- mendaal bleek slechts 12 zonder opgaaf van redenen geen gehoor te hebben gegeven aan de oproep. Door middel van propaganda en het in- schakelen v<ui particulieren, die het belang van dit onderzoek voor de hele samenleving beseffen, en door middel van huisbezoek aan diegenen, die op de oproep niet reageerden, kan dit percentage zeker nog meer ver- minderd worden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1958 | | pagina 60