296
11 december 1958.
woners van onze g'emeente kan besmetten zou dat onze gemeente wel eens
op veel hogere lasten kunnen komen.
Wij hebben de zorg voor de volksgezondheid in onze gemeente. De over-
heid heeft zich niet te bemoeien met de gezondheid van het individu maar
heeft wel de taak er voor te zorgen, dat de bevolking niet aan besmetting
bloot wordt gesteld en door het opsporen van eventuele besmettings-
bronnen er op die manier aan mee te werken, dat de daling van de t b c -
morbiditeit weer verder voortgang zal hebben.
Dat bij deze keuringen ook andere afwijkingen van hart en longen ge-
vonden kunnen worden, is eigenlijk iets dat alleen het individu ten goede
komt. Dat îs een bijkomstigheid, maar niet het uiteindelijke doel van het
onderzoek. Wij moeten waakzaam blijven en daarom wil ik namens de
gehele V.V.D.-fractie met klem er op aandringen in het komende jaar
onmiddellijk met de voorbereidingen voor het onderzoek te beginnen, zo-
dat dit liefst reeds vöôr de zomervakantie kan plaats vinden. Dat 'men
deze hele zaak dus niet alleen onder de loep zal nemen. En dan hoop ik
van ganser harte dat dit dan een moment-opname zal zijn zonder een
enkel wit vlekje.
Mevr. van der Meulen zegt, dat haar fractie volkomen achter het ge-
degen betoog van mevr. Vriesendorp staat.
j'Kooiimans vraagt of het de bedoeling is dat het bevolkingsonderzoek
îeder jaar of om de twee jaar zal worden verricht.
Mevr. Vriesendorp antwoordt, dat het houden van een bevolkingsonder-
zoek om het jaar een grote wens is, maar dat is totaal onmogelijk. Ook
om de twee jaar is het haast niet te doen.
Ook de heer Van der Linden wil het gesprokene door mevr. Vriesen-
dorp onderschrijven. Zijn fractiegenoot, de heer Zegwaart, heeft een jaar
of 5 geleden reeds op het instellen van een bevolkingsonderzoek aange-
drongen. Toen was er geen meerderheid voor te krijgen. Zijn fractie ver-
heugt er zich dan ook over dat deze gedachte thans meer bijval vindt.
De Voorzitter wijst er op, dat uit de memorie van antwoord blijkt dat
de meerderheid van het college voor het houden van een bevolkingsonder-
zoek îs. Uit de reacties van de raad heeft spreker kunnen opmaken, dat
de grote meerderheid het daarmede in principe eens is, waaruit spreker
concludeert, dat daartoe wel zal worden besloten.
28. VOLGNO. 168. RATTENBESTRIJDING.
Mevr. van der Meulen zegt, bij de algemene beschouwingen al gespro-
ken te hebben over de toestand van het woonwagenkamp Spreekster
meent met het antwoord daarop van de wethouder tevreden te kunnen
zijn, omdat volgens dit het woonwagenkamp binnenkort van de ergste
misstanden bevrijd zal zijn. Spreekster hoopt dat er ook nog eens een
centraal woonwagenkamp zal komen.
29. HOOFDSTUK V. VOLKSHUISVESTING.
Ir. Kooijmans zegt, graag enige algemene opmerkingen over de volks-
huisvesting te willen maken. De woningbouw krijgt een ietwat ander
aspect dan enige jaren geleden. Er is weinig animo meer om nieuw ge-
bouwde huizen te kopen en de bouwers hebben enige huivering om huizen
voor de verkoop te bouwen.
Enige weken geleden is er in Hilversum een congres voor openbare
gezondheidsregeling gewijd aan het onderwerp: „Het gezonde woon- en
werkmilieu". Daar heeft Dr. Ir. F. Bakker Schut gezegd- „Wij leven
thans m Nederland in een tijd, dat de huren van de nieuwe woningen
slechts door een beperkt deel van de arbeiders (namelijk de geschoolden)