11 december 1958. 243 van de V.V.D., loopt tussen de P. v. d. A. enerzijds en de andere democra- tische partijen anderzijds. Ook in de gemeentepolitiek vindt dit zijn weer- slag. Ik mag thans een paar kwesties aansnijden die ook met de begroting verband houden. Wanneer ik b.v. kijk naar de kwestie van de straatbe- lasting, dan is de diagnose die daaromtrent gesteld is bij de vraag in de afdelingen, juist. De diagnose is de volgende: Wij kijken aan tegen een begrotingstekort van 397.000,en weliswaar verwachten wij allen, dat er nog enige meevallers zuilen komen, zodat wij toch nog enig optimisme opbrengen, maar dan blijven wij zitten met een vrij groot aantal onuitge- voerde urgente werken, zodat opvoering van de inkomsten bepaald nood- zakelijk zal zijn. Nu echter de therapie volgens het P. v. d. A.-recept: ver- hoging van beiasting, in casu straatbelasting, welke in andere gemeenten reeds hoger ligt. Dit door de P. v. d. A. toegepaste geneesmiddel zou deug- delijk zijn, ware het niet, dat vooral door de socialistische landspolitiek de belastingen reeds tot onverantwoorde hoogte zijn opgevoerd. De heren in Den Haag die aan de touwtjes trekken, slaan ons juist dit geneesmiddel uit de hand. En daar ligt het grote verschil. Het verschil komt ook tot uiting in de allesbeheersende kwestie van de afhankelijkheid van de ge- meenten van de centrale overheid. Dat hier van een ernstige ziekte sprake is, onderkent iedereen. Ik ga verder. Op basis van de werkelijkheid zullen wij er rekening mede moeten houden, dat hier enigszins een chronische ziekte heerst. Het is hier niet de juiste plaats en ik ben ook niet de juiste man om de economische- en financiële politiek van de regering aan een kritisch on- derzoek te onderwerpen. Dit is trouwens in deze raad in vorige jaren van verschillende zijden op uitnemende wijze gedaan en sindsdien is er weinig veranderd. Nog is het wetsontwerp, houdende de nieuwe regeling van de financiële verhouding tussen rijk en gemeenten niet ingediend, zodat op dit punt weinig is toe te voegen aan hetgeen destijds is gezegd. Persoonlijk ben ik niet optimistisch gestemd over hetgeen uit de bus zal komen. Ge- zien de heersende stroming verwacht ik voor de gemeenten een ongunstiger regeling dan reeds zo lang geleden door de commissie-Oud werd voorge- steld. Nu wil ik hier ruiterlijk zeggen, ook weer om er op te wijzen dat we de diagnose samen moeten stellen, dat ik de noodzaak voor de centrale overheid erken om een conjunctuur- en structuurpolitiek te voeren. Ten aanzien van de conjunctuurpolitiek zijn er twee doeleinden, die de regering moet nastreven: het monetair evenwicht en de volledige werkge- legenheid. De constante waarde van het geld en de uitsluiting van de werkloosheid moeten prioriteit hebben, zelfs boven een ruimere investe- ringsmogelijkheid voor de gemeenten. Dit is echter weer diagnose, terwijl de therapie de grote verschillen tussen liberalisme en socialisme zal doen blijken. Waar we voor moeten vechten voor de gemeente, is de vrijheid die een gemeente moet houden om zichzelf te besturen. En we willen van die vrijheid nu eindelijk eens zekerheid hebben. Wat rest ons van die vrijheid Laat men ons aithans de cijfers geven in hoeverre wij ons kunnen ontpiooien en dan zullen wij proberen het binnen dat raam op de beste wijze te doen. Wij willen met de vrijheid woekeren als die vrijheid ons wordt gegeven. Nu zijn wij door onwetendheid en onzekerheid totaal ge- bonden. Dat acht ik een bijzonder ongelukkige toestand. Ik zwijg nu maar verder over andere punten die ons aan de P. v. d. A. enerzijds binden anderzijds er weer van scheiden. Er zijn in de gemeen- tepolitiek een paar punten die ons vroeger dichter bij elkaar brachten en ons nu verder van elkaar afvoeren, waarbij ik ook denk aan het onderwijs. Ook bij de landspolitiek is dat het geval, waarbij ik denk aan de crematie. Ik vraag mij af, wie is nu eigenlijk de linkse partij, gezien onderwijs en crematie. Alleen ten aanzien van de rechten van de gehuwde vrouw zijn wij het nog steeds eens. De samenstelling van onze raadsfracties duidt

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1958 | | pagina 9