324 18 december 1958. ambt van secretaris hebt vervuld en daarom zijn wij U ontzettend veel dank verschuldigd. Wilt deze dank van dit colleg-e aanvaarden. En dan wil ik hieraan een persoonlijk woord toevoegen. Het werk van een burgemeester en secretaris dat heb ik al meerdere malen gezegd grijpt sterk ineen. Het dankbaarst ben ik, dat het tussen ons deze 5 jaren uitermate goed heeft geboterd. Wij vulden elkander aan en gij waart voor mij een onmisbare steun. Persoonlijk heb ik ontzettend veel aan U te danken. De tijd dat ik met U heb mogen samenwerken is voor mij van grote betekenis geweest. Ik zeg U dit in het openbaar, want het is goed om deze dingen in het openbaar te zeggen. Men kiest op een zeker ogenblik dit werk en dan kan men daarmede 2 kanten uit. Men kan het doen om de knikkers en men kan het doen omdat men er roeping voor voelt en omdat men zich voor ogen stelt dat het dienen van het algemeen belang iets wondermoois is. Dat laatste hebt gij gedaan. Gij weet dat de achting van de raad, van het college van burgemeester en wethouders en van mij en van de be- volking met U is. Gij staat hier naast mij geridderd door Hare Majesteit onze geëerbiedigde Koningin. Gij hebt een prachtige taak volbracht. On- danks het feit, dat dit afscheid voor U met weemoed vermengd zal zijn, moet er toch ook een lichtende vreugde in U zijn dat gij kunt terugzien op een 41-jarige diensttijd in de gemeente Heemstede, waarin gij zo ont- zettend veei hebt gedaan en bereikt. Ik dank U. (Applaus). De heer Schelling zegt: „De burgemeester heeft gezegd, dat ik nog meer te verwachten heb. Hiettemin is hij al vrij uitvoerig geweest in zijn toespraak en heeft hij heel veel woorden van waardering aan mijn adres uitgesproken. Inderdaad burgemeester, een ruim 41-jarige periode in Heemstede ligt achter mij. Nog een paar weken en dan krijgen we de overgang. Ik ge- loof dat het inderdaad zo is geweest zoals U gezegd hebt dat ik Heemstede gediend heb met mijn beste krachten. Ik heb mijn werk met liefde gedaan met volle inzet van mijn persoon, bewust, omdat het inder- daad zo is, dat het een bijzonder mooie taak is om de gemeente en daar- door dus ook de gemeenschap te dienen. De tijd van afscheid nadert. Uiteraard is er dan sprake van een zekere weemoed. Men moet iets los laten wat men met ambitie iange tijd heeft gedaan. Dat valt niet mee. Maar ik zou toch willen zeggen dat die wee- moed in sterke mate overtroffen wordt door een groot gevoel van dank- baarheid. Dankbaarheid om dit werk te hebben mogen doen en te kunnen doen, dankbaarheid voor de goede ontvangst die de raad mij in deze 5 jaar heeft bereid en voor de buitengewone prettige verstandhouding, zowel met de vorige raad als met de nieuwe leden, die kort geleden toegetreden zijn. Dat zou ook anders geweest kunnen zijn. Wanneer dat anders is, kan dat van 2 kanten komen. Mijnerzijds heb ik getracht om dit althans zo goed mogelijk te doen zijn. Burgemeester, mijn dankbaarheid geldt ook het college van burge- meester en wethouders. Omdat daar het dagelijks werk mee gedaan moet worden, schept een goede verstandhouding een prettige sfeer. Dat was in het college van burgemeester en wethouders het geval. Het is buitengewoon prettig met U burgemeester als voorzitter van het col- lege van burgemeester en wethouders en met de wethouders te mogen werken aan de beiangen van de gemeente Heemstede. U hebt zelf al aangehaald, dat het contact burgemeester-secretaris veel intensiever is, omdat het een dagelijks contact is. Dit contact is in deze jaren buitengewoon prettig geweest, de verstandhouding was uit- stekend, er is een sfeer van vertrouwen en vriendschap tussen ons ge- groeid. Wanneer die sfeer er is, dan werkt dat gemakkelijk en wanneer welke ambtenaar dan ook een prettige werkkring heeft, dan kan dat niet anders dan in het belang van de gemeente en de gemeenschap zijn,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1958 | | pagina 12