320
18 december 1958.
Spreker wijst er voorts op, dat het abattoir te Haarlem in 1954
f 541.000,waard was. Sindsdien is daarvoor tot 1 januari 1958 uitg-eg-even
f 427.000,Na afschrijvingen is het abattoir nu bijna f 1.000.000,waard.
Dat betekent dus, dat de gemeente Haarlem aan Heemstede een aandeel
in dat complex cadeau geeft ter waarde van 100.000,
Wethouder Corver zegt, in antwoord op de vraag van de heer Willemse,
dat het niet mogelijk is de door hem bedoelde bepalingen op te nemen,
omdat hier uitdrukkelijk bedoeld is een uitstervingssysteem toe te passen,
waardoor de overdracht van de slachtplaatsen beperkt is tot echtgenoten
of kinderen van de oorspronkelijke houders.
De Voorzitter zegt, dat de financiële consequentie van dit voorstel door
de gezamenlijke gemeenten van alle kanten is bezien. De onderhandelingen
daarover hebben jaren geduurd. Ook door de deelnemende gemeenten is
een accountantsonderzoek ingesteld. Het zou spreker zeer verbazen als
we een aandeel in het slachthuis ter waarde van een ton van Haarlem
zouden krijgen. Spreker zal dat laten onderzoeken.
De heer Schuitenmaker„We krijgen dus eigenlijk een cadeau. Zo lees
ik het."
De Voorzitter: „De waarde van de afschrijving dus die men geteld heeft
bij datgene wat de waarde is."
De heer Schuitenmaker zegt, dat het slachthuis tot dusver een bezit van
Haarlem was en dat het dat blijft. Wij participeren in de afschrijvingen
en de exploitatiekosten. Heemstede heeft als het ware hier een ton
cadeau gekregen.
De heer Verhoeven: ,,Dat is een kostenfactor aan de hand van de cijfers
van de schattingscommissie."
De heer Schuitenmaker zegt, dat volgens artikel 16 bij liquidatie de
kosten bepaald worden. Dus wanneer er op dat moment een halve ton
tekort is moet de gemeente eigenlijk nog terugbetalen.
Wethouder Corver zegt, dat er geen sprake van is dat er iets naar
Heemstede is overgegaan, zodat wij geen ton cadeau hebben gekregen.
De heer Schuitenmaker,,Wij krijgen het genot van een ton cadeau.
Wij krijgen de beschikking over het slachthuis van Haarlem."
Wethouder Corver antwoordt, dat dit helemaal niet het geval is. Wij
mogen slechts aan deze gemeenschappelijke regeling meedoen.
De heer Schuitenmaker zegt, dat andere gemeenten ook dat bedrag krij-
gen, want bij elkaar wordt er een miljoen verdeeld.
De Voorzitter constateert, dat de heer Schuitenmaker dus geen bezwaar
tegen deze gemeenschappelijke regeling heeft.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
XX. VERORDENING OP DE KEURIN GSDIEN ST VAN SLACHT-
DIEREN, VLEES EN VLEESWAREN.
VERORDENING BETREFFENDE VERKOOP VAN PAARDEVLEES
EN BUITENLANDS BEVROREN VLEES.
Het voorstel met ontwerp-besluiten is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgnos.
162. Verordening op de Keuringsdienst van slachtdieren,
vlees en vleeswaren.
162a. Verordening betreffende de verkoop van paardevlees
en buitenlands bevroren vlees.