18 deeember 1958.
321
X>e Voorzitter deelt mede, dat de commissies voor de volksg'ezondheid en
voor de strafverordeningen zich hiermede kunnen verenigen.
De heer Schuitenmaker zegt, dat in art. 2 lid 2 van de verordening be-
treffende de verkoop van buitenlands bevroren vlees is bepaald, dat er
geen buitenlands bevroren vlees mag worden verkocht voor vers vlees.
Spreker vraagt of dit ten aanzien van het binnenlands bevroren vlees ook
het geval is.
tä Wethouder Corver antwoordt, dat het binnenlands bevroren vlees ge-
keurd wordt. Er is echter geen binneniands bevroren vlees.
De Voorzitter zegt, dat het voordien dus gekeurd is omdat het anders
niet geslacht mag worden.
De ontwerp-besluiten worden zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
XXI. OPZEGGING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING
MET HAARLEM EN ANDERE GEMEENTEN INZAKE DE ZORG
GEESTELIJKE VOLKSGEZONDHEID.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
163. Gemeenschappelijke regeling zorg geestelijke volksgezondheid.
De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor de voiksgezondheid
zich hiermede kan verenigen.
Mevr. Van der Meulen wil in het algemeen opmerken, dat het haar ge-
wenst voorkomt, dat gemeenschappelijke regelingen zo vroegtijdig weer
bekeken worden dat er gelegenheid is voor het voeren van onderhandelin-
gen over verlenging daarvan en niet door tijdnood gedrongen tot opzeg-
N ging moet worden overgegaan.
Bij haar fractie is b.v. de vraag gerezen of de verslagen over de jaren
1955 en 1956 van de Psychiatrische voor- en nazorgdienst al aanleiding
gaven tot een nader beraad met Haarlem. Mogelijk had deze opzegging
dan voorkomen kunnen worden.
De Voorzitter antwoordt, dat mevr. van der Meulen met haar algemene
opmerking wel gelijk heeft. Doordat pas kort geleden de aandacht van
burgemeester en wethouders op deze materie werd gevestigd was er geen
tijd meer om vôôr de opzeggingstermijn over de gemeenschappeiijke rege-
ling met Haarlem besprekingen te voeren.
Ook wethouder Oorver is het met de opmerking van mevr. Van der
Meulen eens. Spreker zou het ook pleizieriger vinden om in dergelijke ge-
vallen eerst met Haarlem overieg te plegen en niet door tijdnood ge-
dwongen te zijn een regeling- op te zeggen. Zoals de voorzitter reeds op-
merkte vindt deze opzegging plaats naar aanleiding van een kort geleden
ontvangen rapport over deze zaak. Men zou natuurlijk kunnen zeggen,
dat het rapport dan eerder had moeten zijn uitgebracht.
Mevr. Van der Meulen herhaalt haar vraag of de verslagen over de jaren
L 1955 en 1956 al geen aanleiding inhielden voor overleg.
De Voorzitter zegt, dat het, zoals bij deze regeling het geval is, heel
mooi Ieek dat Haarlem de eerste 30% voor haar rekening nam en daarna
verdeling van de kosten over de deelnemende gemeenten zou plaats vinden.
Een spitse ambtenaar rekende echter uit dat deze regeling voor Heem-
stede ongunstiger uitvalt dan wanneer de eerste 30 niet voor rekening
van Haarlem zullen komen. Zoals gezegd is dat nu dus pas bemerkt, zo-
dat er geen tijd over was voor nader overleg.
Spreker zegt toe, dat in de toekomst gestreefd zal worden naar tijdig
overleg voordat de noodzaak aanwezig is om een regeling op te zeggen.