12
29 januari 1959.
XVII FTNANCIËLE MOEILIJKHEDEN BIJZONDERE
KLEITTERSCHOLEN.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
16. Financiële moeilijkheden bijzondere kleuterscholen.
De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor het onderwijs zich
hiermede kan verenigen.
De heer Zegwaart wil graag een woord van waardering tot het college
richten omdat het deze vrij moeilijke zaak zo prettig heeft opgelost.
Ir Kooijmans zegt, indertijd te hebben aangedrongen op een regeling
van de financiële moeilijkheden van de bijzondere kleuterscholen. Hi] wil
daarom thans gaarne zijn dank betuigen voor de vlotte wijze waarop het
college deze zaak heeft afgedaan.
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming vast-
gesteld.
De heer Van Lent komt ter vergadering.
XVIII BENOEMING VAN EEN ONDERWIJZERES AAN DE
CRAIJENESTERSCHOOL.
De voordracht is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno.
17. Benoeming onderwijzeres Crayenesterschool.
Ir. Kooijmans zegt, dat het niet de eerste maal is, dat hij, bij het door-
nemen van de stukken die betrekking hebben op de benoeming van onder-
wijzend personeel, het onprettige gevoel heeft dat de voordracht îs opge-
maakt aan de hand van het advies van het hoofd van de school Spreker
kan zich vergissen, maar ook nu heeft hij die indruk gekregen. Nu îs het
hoofd van de school wel verantwoordelijk voor de voordracht, maar de raad
is verantwoordelijk voor de benoeming. De raad moet dus afgaan op de
gegevens van het hoofd der school. Omdat het moeilijk is in openbare ver-
gadering over personen te spreken, zou spreker gaame zien, dat benoemm-
gen van onderwijzend personeel te voren in de commissie voor het onder-
wijs zouden worden gebracht. Spreker heeft voorts bezwaar tegen het
plaatsen op de voordracht van mevr. Gorter-Dik. Niet omdat hij m prin-
cipe tegen de benoeming van een gehuwde vrouw is, maar omdat er ook
andere goede ongehuwde sollicitanten zijn die voor een benoeming m aan-
merking komen. Mevr. Gorter heeft een gezin te verzorgen met een aantal
kinderen, hetgeen niet zonder invloed zal zijn bij de uitoefening van haar
taak als onderwijzeres.
De heer Zegwaart hebben de inlichtingen die bij de stukken lagen het
gevoel gegeven dat no. 1 van de voordracht een beetje sterk gepousseerd
wordt. Als men het advies van het hoofd der school nauwkeurig leest dan
blijkt dat de nos. 2 en 3 ook heel goede krachten zijn, maar dat een beetje
gewild hun goede indruk een beetje is afgezwakt. Spreker vindt dat posi-
tief onjuist. Spreker heeft ook bezwaar tegen de benoeming van no. 1 van
de voordracht, omdat deze mevrouw reeds de leeftijd van 53 jaar heeft be-
reikt. Hij heeft wel eens van zijn kinderen gehoord, dat oudere onder-
wijzeressen bij kinderen nu niet direct de meest gewilde zijn. Spreker zegt
niet dat er geen uitzonderingen zijn, maar in het algemeen is het zo, dat
als deze dames wat ouder worden, het heus geen pretje voor de kmderen
is om daarbij in de klas te zitten. Bovendien, als mevr. Gorter-Dik dan zo n
buitengewone kracht is die men graag wil houden, wat is er dan tegen om
haar in de positie van boventallig onderwijzeres te laten Dan kan nu 1
van de jonge leerkrachten worden benoemd die op de voordracht staan.