24
29 januari 1959.
Verkouw zal nog naar voren brengen waarom het wenselijk wordt geacht
dat deze zaak ook in de financiële commissie was behandeld.
Omdat aan dit voorstel ook sociale kanten zitten heeft spreker zijn licht
eens opgestoken bij geroutineerde sociale werksters in Amsterdam. Wan-
neer men hoort wat er te koop is onder woonwagenbewoners en a-socialen,
dan komen er vragen naar voren waarvan spreker zich afvraagt of zij wel
voldoende zijn overwogen. Toen men in Amsterdam b.v. bemerkte dat van
allerlei snel werd afgebroken, heeft men alles in beton hersteld. Dit had
tot gevolg, dat de activiteit van deze personen meer naar buiten werd ge-
richt. Wanneer men deze inlichting krijgt, dan mag men naar sprekers
mening wel heel voorzichtig zijn met het aanbrengen van verbeteringen.
Als men in Amsterdam in een bepaalde lokaliteit een trap aanbrengt, dan
wordt die trap afgebroken en brengt men een touw aan, want men wenst
nu eenmaal slechts op die zolder met behulp van een touw te komen. Met
het uitvoeren in beton is dat niet te verhelpen. Men kan het beton wel niet
stuk maken, maar men maakt geen gebruik van zaken die in beton zijn
uitgevoerd.
In het oosten van het land wordt het probleem van de woonwagenkam-
pen door verschillende gemeenten gezamenlijk opgelost door één bepaalde
plaats aan te wijzen. Dit ook al om de kosten te drukken en het ongerecht-
vaardigd trekken te voorkomen. Spreker weet dat dit niet zo eenvoudig is,
omdat men de mensen volgens de wet niet mag weigeren, maar dergelijke
mogelijkheden schijnen er te zijn. Spreker zou dus willen vragen, of deze
mogelijkheid ook hier is overwogen en dan b.v. samen te werken met de
gemeente Haarlemmermeer.
Voor de toiletten raadt spreker aan zuid-europese toiletten te nemen,
waarbij men moet staan, zodat er niets in elkaar geslagen of verwaar-
loosd kan worden.
Spreker weet dat het noodzakelijk is om het de mensen zo goed mogelijk
te geven, vooral nu er mensen zijn die niet opzettelijk van het woonwa-
genkamp gebruik maken. Hij zou alleen graag gewaarborgd zien, dat het
vele geld dat voor het woonwagenkamp nodig is, nuttig wordt besteed.
Spreker heeft gehoord, dat het plan bestaat om in het woonwagenkamp
gas aan te leggen. Hij voelt hier weinig voor, niet zozeer om het innemen
van standplaats daar niet in de hand te werken, maar om geen mogelijk-
heden te scheppen van voorvallen zoals een sociaal werkster in Amsterdam
heeft meegemaakt. Daar had n.l. een moeder een teil met water met een
kindje er in, op het gas gezet. Intussen ging de moeder met buurvrouw
praten en toen zij eindelijk eens ging kijken bleek het kind zodanige brand-
wonden te hebben opgelopen, dat het 14 dagen in een ziekenhuis moest
worden verpleegd.
De heer Zegwaart zegt, dat het benodigde hoge bedrag misschien niet
alleen een gevolg is van het optreden van de bewoners van het woonwa-
genkamp, maar ook van het feit, dat het met het regelmatige onderhoud
van de diverse zaken niet al te serieus is genomen. Spreker weet het niet,
maar de vraag is toch wel bij hem opgekomen. Hij zal graag zijn medewer-
king verlenen om dit krediet toe te staan vooral ook omdat er een aantal
mensen in het woonwagenkamp bivakkeren die daartoe genoodzaakt zijn
wegens gebrek aan een woning. Daar zijn heel fatsoenlijke mensen onder
en voor deze groep is spreker toch wel bijzonder blij dat deze voorzienin-
gen er komen, waarmede hij niet wil zeggen dat de andere mensen geen
recht hebben om in een behoorlijke omgeving te wonen.
Indien in de toekomst het onderhoud beter wordt verzorgd dan in het
verleden is gebeurd en men bovendien zorgt dat het terrein netjes blijft,
dan krijgt men hier misschien hetzelfde resultaat als toen de plantsoenen
na de oorlog grondig werden opgeknapt. Vlak na de oorlog waren de plant-
soenen totaal vernield, maar toen zij netjes waren opgeknapt, waardeerde