29 januari 1959. 33
naar voren zijn gebracht, wordt tegemoet gekomen. Men kan van hem
aannemen dat het niet zijn bedoeling is de sprekers met een kluitje in het
rle "ren- In het coIleg"e zal dan eerst nagegaan kunnen worden welke
mogelijkheden er bestaan. Spreker hoopt dat zich dan een mogelijkheid
voordoet tot nader overleg met de schoolbesturen.
De heer Verhoeven kan zich daarmede geheel verenigen.
Wethouder van Lent merkt op, dat is gezegd, dat het terrein aan de
Troelstraiaan zich met leent voor de bouw van 2 kleuterscholen. Spreker
meent dat het dan ook zeker niet mogelijk is om daar 3 scholen te bouwen
onder 1% dak. Voorts is gezegd, dat het terrein aan de Dr. Schaepmanlaan
met geschikt zou zrjn voor een kleuterschool omdat het daar te veel zou
tochten Spreker geeft echter de verzekering dat het in de Troelstralaan
evenveel tocht als in de Dr. Schaepmanlaan. Het zal dus nader bekeken
moeten worden op welk terrein de bijzondere kleuterscholen moeten wor-
den gebouwd.
Het ontwerp-besluit wordt vervoigens zonder hoofdelijke stemming vast-
gGStGlCl.
Wethouder van Wijk is inmiddels ter vergadering gekomen.
XXXV. KREDIET VOOR UITBREIDINGEN ELEKTRICITEITSBEDRIJF.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onaGr volgno.
26- Uitbreidingen elektriciteitsbedrijf.
De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor de bedrijven zich hier-
mede kan verenigen.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld
XXXVI. BEGROTIN GS WIJ ZIGIN G 1958.
Besluit model D no. 8 tot wijziging van de gemeente-begroting 1958 aan-
voor de kapitaaldienst in inkomsten een vermeerdering' van
T 38.775,en in uitgaven een vermeerdering van 61.499,81.
De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor de financiën zich hier-
mede kan verenigen.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
VRAGEN VAN MEVR. VAN DER MEULEN OVER DE SOCIALE
BIJ STANDREGELIN G.
De Voorzitter deelt mede, dat door mevr. H. van der Meulen-Houwer
verlof wordt gevraagd de volgende vragen aan burgemeester en wethouders
lg mog"Gn stGllGn
1. Is het juist, dat met ingang van 1 januari 1959 de verhoging die de
pensioengerechtigden krachtens de A.O.W. ontvangen, wordt gekort op
Heemsterde8'Uning S°°iale bijstand kritëen van de gemeente
2. Hebben burgemeester en wethouders overwogen, dat de verhoging van
het pensioen der A.O.W. het gevolg is van de hogere kosten van levens-
ondGrhoud krachtcns hct fcit dat hct ccn waardcvast pGnsiocn is
gzg vcrhaging gGGft aan dG bGtrokkGncn dus gGGn mGGrdcrG wgI-
stand Iïidïen dat bedrag nu wordt afgetrokken van de sociale steun
gaat deze groep van bejaarden dientengevolge relatief achteruit het-
gGGn met de bedoeling van de wetgever kan zijn.