34 29 januari 1959.
3. Zijn burgemeester en wethouders op grond van de bovengenoemde argu-
menten bereid, deze korting niet toe te passen
Nadat de raad zonder hoofdelijke stemming heeft besloten toestemming
te verlenen tot het stellen van de vragen, antwoordt de Voorzitter als
volgt
1. Ja.
2. De verlioging komt voort uit de in de algemene ouderdomswet vastge-
legde bepaling, dat als het loonpeil over een periode van zes maanden
een stijging laat zien van tenminste drie procent, het ouderdomspensioen
aan deze stijging moet worden aangepast.
De verhoging is dus een gevolg van de wijziging der loon-indexcijfers
en niet van de mdexcijfers voor het levensonderhoud. Met deze laatste
wordt rekening gehouden bij de bepaling van de steunnormen.
3. Het niet toepassen van deze korting zou principieel onjuist zijn tegen-
over de andere gesteunden.
Mevr. van der Meulen vindt het jammer dat dit onderwerp niet in de
commissie voor sociale zaken is behandeld. Naar haar mening was het
daarvoor belangrijk genoeg.
Naai" aanïeiding van het antwoord op vraag 2, merkt spreekster op, dat
A.OW.-uitkering als waardevast pensioen is gekoppeld aan de loon-
îndex, terwijl m de loonindex de kosten van levensonderhoud verwerkt zijn.
Wanneer deze kleine tegemoetkoming aan degenen die A.O.W.-pensioen
gemeten door sociale zaken op de steunuitkering wordt gekort dan gaat
deze groep relatief achteruit, want de hogere kosten van levensonderhoud
moeten zij dan ten volle dragen. Bovendien gaan zij achteruit in verhou-
dmg tot degenen die nog loontrekkend zijn.
Het gaat hier uiteindelijk om vrij kleine bedragen. De verhoging be-
draagt per maand f 5,— voor gehuwden en f 3,— voor ongehuwden. Er
worden 23 gehuwden en 33 alleenstaanden bijgesteund. De gemeente heeft
tot nu toe deze bedragen wel moeten uitkeren. Wanneer de gemeente hier-
°phoudt, dan betekent dat voor de gemeente een besparing van
i hctwclk.toch geen hoog bedrag is. Men moet echter wel bedenken
dat deze groep bijgesteunden het buitengewoon moeilijk heeft. De kleine
verhogmg van de A.O.W.-uitkering betekent voor deze mensen heel erg
veel. Het betekent de mogelijkheid om een afgedragen kledingstuk te ver-
vangen, het maken van een busrit, het kopen van een kleine versnaperine
op een feestdag. Deze groep bejaarden heeft het zorgvol gehad, want zii
heeft 2 oorlogen meegemaakt en een crisistijd, waarin zij weinig gelegen-
heid heeft gehad om ook maar iets te besparen omdat zij tekens het gezin
weer op peil moest brengen. Spreekster meent dat wel heel ernstig moet
worden overwogen of de toeslag op de A.O.W.-uitkering wel moet worden
gekort op de sociale steun.
De heer Zegwaart zegt, dat de betrokkenen van de afdeling sociale zaken
een circulaire hebben ontvangen waarin werd medegedeeld, dat de ver-
hoogde A.O.W.-uitkering over november en december 1958 voor de bereke-
nmg van de ondersteuning buiten beschouwing zou worden gelaten, maar
dat vanaf januari 1959 de verhoogde uitkering in mindering gebracht zou
worden op de te betalen ondersteuning. Dat betekent dus, dat de inkomsten
van deze mensen blijven staan op het peil van vöôr november 1958. Dit is
voor de betrokkenen een zeer belangrijke aangelegenheid. Het moge dan
op het eerste gezicht over kleine bedragen gaan, maar in het oog van deze
mensen îs dat niet het geval, want het zijn mensen die er het slechts aan
f^11- HlJ durft voor deze groep niet meer te spreken over nooddruft
want door de A.O.W.-uitkering is zij Goddank in wat betere omstandighe-
men te verkeren, maar dat neemt niet weg dat deze groep ten naas-