29 januari 1959.
35
te bij van een minimum aan bestaansmiddelen leeft. Mevr. van der Meu-
len heeft al gezegd, dat deze mensen dikwijls zullen moeten overwegen of
het nog een buskaart kan lijden en zo zouden nog een aantal voorbeelden
aangehaald kunnen worden. Hoewel de verhoging van de A.O.W.-uitkering
slechts een klein bedrag is, betekent zij toch voor mensen in die omstan-
digheden een lichtstraaltje. De steimnormen van de gemeente zijn vastge-
steld aan de hand van de kosten van het levensmiddelenpakket. De kosten
daarvan worden berekend door een aantal proefgezinnen precies op te laten
zetten wat zij van dit en van dat gebruiken, waarna die gegevens worden
verwerkt door het Centraal bureau voor de statistiek. Toch zijn de kosten
van het levensmiddelenpakket niet voor ieder dezelfde. Zo is verleden week
maandag de broodprijs verlaagd met 1 cent per 800 gram. Heeft men ech-
ter genoeg aan een broodje van 400 gram dan geldt die verlaging niet.
Spreker garandeert echter dat deze prijsverlaging wel degelijk in de kos-
ten van het levensmiddelenpakket is berekend. Deze mensen zullen daar
dus niet van profiteren. Nu kan men wel zeggen dat dit maar een bedrag
van 0,30 in de maand uitmaakt, maar al dergelijke bedragen gelden voor
deze mensen zeer zwaar.
Door de commissie voor sociale zaken uit de Vereniging van nederlandse
gemeenten is het advies uitgebracht om de verhoogde A.O.W.-uitkering in
mindering te brengen op de steunuitkering. Maar Minister Klompé heeft
een circulaire gestuurd waarin gevraagd wordt om dit toch maar liever niet
te doen. Spreker weet wel dat er verschillende kanten aan deze zaak zitten.
Mevr. van der Meulen heeft uitsluitend gesproken over hen die 65 jaar en
ouder zijn, maar spreker zou in zijn betoog ook hen willen betrekken die
jonger zijn dan 65 jaar en gesteund worden. Het staat de gemeente vrij
om voor deze mensen wat te doen en dat zal waarschijnlijk door hogere
instanties niet belet worden. Uit het antwoord van burgemeester en wet-
houders kan men opmaken dat het verzoek niet voor inwilliging vatbaar is.
Spreker is echter van mening dat het wel kan worden ingewilligd als de
gemeente er een paar centen voor over heeft. Aan de hand van de cijfers
over het laatste kwartaal 1958 waren er 23 echtparen en 33 ongehuwden
boven 65 jaar die gesteund werden en 38 echtparen en 20 ongehuwden be-
neden 65 jaar, in totaal dus 114. De meerdere steun zou per jaar daarvoor
bedragen 5568,Spreker zou daarbij ook de steunnormen willen noemen,
maar er is hem gezegd, dat deze normen eigenlijk niet geschikt zijn om
daarover in de raad te spreken. Wel heeft spreker er over gedacht wat de
gesteunden in vredesnaam met dit bedrag kunnen uitvoeren. Het staat
voor spreker vast dat er heel wat raadsleden zullen zijn die per dag meer
nodig hebben dan voor deze mensen per week beschikbaar is. Spreker zou
daarom burgemeester en wethouders willen verzoeken zich nog eens in
raadkamer terug te trekken om te proberen voor deze gesjochte gemeen-
tenaren een extra zonnestraaltje te laten schijnen.
Wethouder van Wijk zegt, dat het altijd moeilijk is om zakelijke argu-
menten tegenover gévoelsargumenten te plaatsen, maar toch moet het wel
eens. Men moet er bij deze zaak van uitgaan dat de ondersteuningsnormen
weloverwogen zijn vastgesteld o.a. op advies van de afd. Noordholland van
de Vereniging van directeuren van soclale zaken, waarbij de kosten van
het levensmiddelenpakket ook een rol spelen. Elke ondersteuning is een
nare zaak omdat men eigenlijk niet veel verder kan gaan dan ongeveer de
grenzen van het bestaansminimum. Onze steunnormen zijn in vergelijking
met omliggende gemeenten niet laag. Boven deze normen wordt een huur-
vergoeding gegeven ongeacht waar de gesteunde woont. In Heemstede is
het geen gewoonte om, indien iemand in minder gunstige omstandigheden
komt te verkeren te eisen, dat hij een goedkopere woning betrekt. Verder
hebben wij hier het systeem van de gerichte steun, hetgeen wil zeggen
dat, wanneer er ziekte of andere narigheid in een gezin is, de gemeente