36 29 januari 1959. bijspringt met sanering van de financiën van een gezin, met kleding, de- kens e.d. Dat wordt heus niet krenterig gedaan en dat heeft met steunnor- men niets te maken. Spreker kan garanderen, dat bij sociale zaken en bij het college net zoveel medegevoel met deze mensen bestaat als bij de spreekster en de spreker die vanmiddag over deze materie het woord heb- ben gevoerd. Deze toeslag op de A.O.W.-uitkering wordt gegeven krachtens de loon- index. Hoe die loonindex precies wordt samengesteld is spreker niet bekend. Zonder twijfel zal daarbij de prijs van de levensmiddelen wel een rol spelen. Allerlei wonderlijke factoren die niet direct met het levensonderhoud te maken hebben, b.v. een dusgenaamde welvaart, die er niet was, spelen daarbij een rol. Het zal een gemeentebestuur eigenlijk weinig interesseren hoe een basis- bedrag waarboven gesteund moet worden, wordt samengesteld. Op een ge- geven ogenblik zal iemand b.v. invaliditeitsrente genieten. Wordt die rente verhoogd dan wordt de steun natuurlijk verlaagd. Is iemand zo gelukkig dat hij f 5,per week kan verdienen, dan wordt zijn steun met dit bedrag verlaagd en zal hij meer gaan verdienen dan zal zijn steun met het meer- dere worden gekort. Dat is nu eenmaal een richtlijn die men moet aanhou- den. Ook de A.O.W.-uitkering wordt van de steun afgetrokken en logischer- wijze ook de verhoging van de A.O.W. Nu komt een vrouwelijke minister met een typisch gevoelsargument, hetwelk spreker nog wel in haar waar- deren kan, door te vragen om de verhoging van de A.O.W. niet van de on- dersteuning af te trekken. Spreker vindt het echter te kort gedacht. Een practisch advies zou geweest zijn om eens na te gaan of aan de hand van deze verhoging de totale steunnormen niet verhoogd moeten worden. Als van de 114 gesteunden de helft en tevens de ouderen f 1,of f 1,50 per week meer moeten gaan ontvangen, terwijl jongere mensen aan voedsel en kleding meer nodig hebben dan oude mensen, dan vindt spreker dat onbil- lijk. Als men ondersteunt moet men één lijn trekken. Er is niets gevaarlij- ker dan in deze dingen onderscheid te gaan maken. Ook voor groepen van personen moet men dit niet doen. Het van regeringszijde gegeven advies vindt spreker hoogst onpractisch. Men moet deze zaak niet met gevoels- argumenten glad praten, want gevoelsargumenten hebben een betekenis bij elk dispuut maar ze moeten niet doorslaggevend zijn. Men moet practisch blijven! Spreker zcgt niet dat diegenen die gevoelsargumenten gebruiken dat niet zijn, maar halve redeneringen zijn onjuiste redeneringen omdat ze half zijn. Op zichzelf is er, omdat de A.O.W. verhoogd is krachtens de loonindex, geen enkele aanleiding om te zeggen dat de steunnormen ook verhoogd moeten worden. Spreker kan zich echter voorstellen, dat bij een debat als dit de vraag wordt gesteld of de steunnormen dan wel juist zijn. Zoals spreker al gezegd heeft, zijn zij niet laag. Onze begroting voor so- ciale zaken is, gelet op het gelukkig geringe aantal ondersteunden, ver- houdingsgewijs met andere gemeenten nog vrij hoog. Dit spijt spreker niet. De gemeente betaalt nog heel wat aan plaatsing in tehuizen, gestichten, kleding, medische verzorging en al die dingen meer. De raad ziet dat alle- maal niet zo. Als men zou kunnen aantonen dat onze steunnormen te laag zijn, dan zou spreker dat heel erg vinden want dan zou het college in ge- breke zijn. Spreker gelooft niet dat dit zo is. Laten we echter nuchter blijven en reëel. Omdat het eigen inkomen iets groter wordt is het hele- maal niet nodig om de steunnormen te verhogen. Spreker is echter bereid om aan de hand van de allerlaatste rapporten, die op dit punt bestaan, het college de steunnormen voor te houden, opdat Heemstede niet achteraan komt indien de steunnormen verhoogd moeten worden. Het spijt mevr. van der Meulen, dat de heer van Wijk meent te moeten aanvoeren, dat haar betoog op sentimentele gronden is gevestigd. Juist omdat spreekster de feiten belangrijk vond heeft zij met cijfers aange-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1959 | | pagina 36