29 januari 1959.
37
toond wat het de gemeente kan kosten indien de verhoogde A.O.W.-uitke-
ring niet van de steun wordt afgetrokken. De heer van Wijk voert verder
aan, dat de raad heel veel dingen niet ziet. Spreekster zou bijna zeggen,
helaas. Wanneer de commissie voor sociale zaken meer in de werkzaam-
heden betrokken werd, zou zij beter op de hoogte zijn. Zij vindt het nog erg
jammer, dat men juist voor dit onderwerp de commissie niet heeft inge-
schakeld. Verder zegt de heer van Wijk, dat hij gevoelsargumenten wel
kan waarderen. Indien dit zo is dan moet hij er ook naar handelen want
wanneer hij ze alleen maar waarderend en welwillend aanhoort, dan heeft
men er weinig aan. Spreekster herhaalt haar verzoek om de verhoging van
de A.O.W.-uitkering, die mede gebaseerd is op het feit dat het levensonder-
houd gestegen is, niet op de steunuitkering te korten. Daardoor zou voor-
komen worden dat deze mensen relatief achteruit gaan. Ook de gemeenten
Haarlemmermeer, Zevenhuizen, Schiedam en Noordwijk hebben deze af-
trek niet toegepast. Dit mag volgens spreekster ook wel in de overweging
betrokken worden. De gemeente is in het vaststellen van de steunbedragen
gelukkig autonoom. Zij zou deze autonomie kunnen gebruiken ten gunste
van degenen die het heel erg moeilijk hebben.
Het spijt de heer Zegwaart dat het betoog van de wethouder gespeend
is van elke hartelijkheid. Spreker weet wel dat men niet uitsluitend met
gevoelsargumenten kan regeren. Spreker wil de steunbedragen niet noe-
men, maar als hij ze zou noemen zou de raad niet kunnen begrijpen hoe
de mensen daarvan rond kunnen komen. Spreker zou voor willen stellen,
dat de raad, gehoord de besprekingen over punt r van de ingekomen stuk-
ken, burgemeester en wethouders verzoekt de steunnormen te verhogen
met f 5,per maand voor gehuwden en met 3,per maand voor onge-
huwden.
De heer Scheer acht een dergelijk voorstel zonder toelichting of cijfers
niet juist.
De Voorzitter gelooft niet dat het juist is zoals de heer Zegwaart heeft
gedaan om het betoog van de heer van Wijk te kwalificeren als gespeend
van ieder gevoel. De wethouder heeft zich zeer zakelijk uitgesproken, maar
zijn betoog was goed geargumenteerd. Ook heeft de wethouder de bereid-
heid laten doorklinken om de steunnormen in hun geheel te bezien. Spre-
ker zou het onverantwoord vinden indien de raad een voorstel, zoals de
heer Zegwaart dat wil indienen, zou aannemen zonder kennis 'te dragen
van de bestaande steunnormen. Nu is toegezegd dat het college de steun-
normen ernstig onder de loupe zal nemen, gelooft spreker dat deze bereid-
heid voor de raad toch wel aanvaardbaar is.
De heer Zegwaart zegt, dat, als hij tegenover de wethouder te scherp is
geweest, hij gaarne zijn woorden wil intrekken. Het is zeker zijn bedoeling
niet geweest om de wethouder te krenken.
Mevr. van der Meulen doet het genoegen dat burgemeester en wethouders
voorstellen om deze kwestie nog even aan te houden en te bezien. Zij hoopt
dat ook de commissie voor sociale zaken hierin betrokken wordt.
Wethouder van Wijk zegt, dat, als er aan de raad voorstellen moeten
worden gedaan betreffende sociale zaken, de commisSie voor sociale zaken
daarin altijd gekend is. Maar de eommissie voor sociale zaken is geen
commissie die met betrekking tot de ondersteuningsgevallen moet worden
ingeschakeld, want dan zou die commissie een heel andere functie krijgen.
Op het terrein van sociale zaken zijn echter niet zo vaak voorstellen aan de
raad te doen.
Spreker is zelden alleen maar bikkelhard en zakelijk, maar hij wil wel
graag een juiste redenering volgen. Langs de weg van een hogere A.O.W.-
uitkering voor een bepaalde groep moeten de steunnormen in het algemeen