6 29 januari 1959. van het verzorgingspeil in de gemeenten zal moeten leiden. Het voorschrij- ven van een dergelijke gedragslijn doet des te zonderlinger aan, wanneer de uitgaven van het rijk een voortdurende stijging te zien geven. Dames en Heren, moge in mijn betoog het pessimisme de boventoon heb- ben gevoerd, toch blijven er punten over, die ons tot dankbaarheid stem- men. Zo ma'g ik memoreren, dat in het ambtenarencorps dezer gemeente over 1958 geen verliezen als gevolg van overlijden zijn te betreuren. Gaarne wil ik van deze plaats een woord van dank brengen aan dat corps, dat in zijn geheel voor zijn taak berekend is en die taak met toewijding vervult. Een woord van waardering ten opzichte van het politiecorps en met name van de verkeerspolitie acht ik eveneens op zijn plaats. Het verkeer door onze gemeente wordt steeds intensiever en daarmede groeit ook de verantwoordelijkheid van de verkeerspolitie. Met een gevoel van trots con- stateer ik, dat het steeds weer lukt het zeer drukke verkeer, zonder al te grote opstoppingen, door de gemeente te voeren. Ik zou mijn rede niet als volledig afgerond beschouwen wanneer ik ook niet een dankwoord gesproken zou hebben aan het adres van de pers, die de vergaderingen van Uw raad onder de publieke aandacht brengt en er verder toe kan bijdragen en bijdraagt dat de ingezetenen zich op de hoogte kunnen houden van het wel en wee van de plaats hunner inwoning. En hiermede dames en heren, heb ik gezegd, datgene wat ik mij voor- genomen had te zeggen. Ik moge dan eindigen met de bede, dat de Al- machtige het werk onzer handen zal willen bevestigen. Ik dank U voor Uw aandacht". De heer Van der Linden spreekt namens de raad zijn erkentelijkheid uit voor de wensen die de voorzitter voor 1959 tot de raad heeft gericht. Van ganser harte wenst spreker de voorzitter en de zijnen toe dat 1959 voor hen een zegenrijk jaar zal mogen zijn. Hoewel de verschillende onderwerpen die de voorzitter ter sprake heeft gebracht thans niet discutabel zijn, wil spreker toch op enkele daarvan de aandacht vestigen. Wat de voorzitter over de gemeenteiijke zelfstandigheid heeft gezegd, kan de raad, zoals bij de algemene beschouwingen over de gemeente-begroting wel is gebleken volkomen onderschrijven. Ten aanzien van de woningbouw gelooft spreker, dat alle leden het wel zeer betreuren, dat het zo moeilijk is om dât aantal woningen te bouwen waaraan zozeer behoefte is. Woningnood, wat sluit dat woord eigenlijk niet een zee van leed in. En wanneer men op het gebied van de woningbouw niet kan doen wat men graag zou willen doen en wat men, wat onze ge- meente betreft, ook zou kunnen doen, dan is dat dubbel jammer. Spreker hoopt van harte, dat het met de woningbouw dit jaar wat beter mag gaan, hoewel hij het mêt de voorzitter betwijfelt. De woorden van dank gericht tot het ambtenarencorps, het politiecorps en de pers wil spreker gaarne onderschrijven. Spreker heet de secretaris van harte welkom in de raad en hoopt dat de prettige samenwerking die altijd met de vorige secretaris heeft bestaan, ook met de heer van Wingerde zal worden bestendigd. Uit de rede van de voorzitter blijkt wel, dat dit jaar weer heel wat zaken ter beslissing aan de raad zullen worden voorgelegd. Moge daarbij de Zegen die de voorzitter bij elke vergadering over ons werk afsmeekt, in ruime mate ons deel zijn. Dan mogen wij met vertrouwen de toekomst tegemoet zien. (applaus) I. INGEKOMEN STUKKEN. a. goedkeuring door gedeputeerde staten bij besluit van 10 december 1958, no. 277 van het raadsbesluit d.d. 27 november 1958, no. 142 „Kas- geldlening 1959"; b. idem bij besluit van 23 december 1958, no. 63, van het raadsbesluit

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1959 | | pagina 6