23 april 1959. 112 zal worden hoeveel van het Overbos bebouwd zal mogen worden om zo- doende zoveel mogelijk het aanzien van het Overbos in tact te houden. De Voorzitter zegt dat deze zaak al langer speelt dan de zittingsperiode van het huidige college. En wanneer in het preadvies gesproken wordt over de meerderheid van het college dan slaat dit natuurlijk op de tegen- woordige samenstelling van het college. Spreker meent in herinnering te moeten brengen, dat van 1955 tot 1959 de leden van het college één lijn hebben getrokken. Bij al de besprekingen en onderhandelingen die gevoerd zijn heeft spreker steeds geweten dat het hele college op het standpunt stond dat een bebouwing in welke vorm ook, met 1 kleine uitzondering, niet zou worden toegestaan. De eerste besprekingen zijn begonnen in 1955. De eigenaar van het Overbos heeft zich toen tot burgemeester en wethou- ders gewend om het Overbos te mogen verkavelen in verband met de fi- nanciering van een filantropisch doel dat hij zich had gesteld. Burgemees- ter en wethouders hadden voor deze opzet bewondering, maar uit naam van het gehele college heeft spreker tegen de eigenaar moeten zeggen, dat hij daaraan maar niet beginnen moest omdat hij geen schijn van kans met zijn plan maakte. Deze besprekingen zijn in 1956 voortgezet. De plan- nen waren toen enigszins gewijzigd. Er zou nl. een loterij worden gehou- den met als prijs ,,Overbos". Burgemeester en wethouders gingen ook met deze opzet niet akkoord. Wel verklaarden zij zich bereid om bij de Pro- vinciale Planologische Dienst te bepleiten dat er één landhuis op Overbos zou mogen worden gebouwd, omdat men anders een prijs zou krijgen waarmede niets te beginnen zou zijn. Daarvoor was natuurlijk de toestem- ming nodig van de hogere instanties. Aangezien spreker toen deel uit- maakte van de Streekplancommissie heeft hij dit in die commissie naar voren gebracht. Men bleek bereid om water bij de wijn te doen, want oor- spronkelijk had in het streekplan het Overbos de bestemming gekregen a van bos, met andere woorden, er zou niet mogen worden gebouwd. De heer Verhoeven heeft gesproken over het uitbreidingsplan 1954 en het uitbreidingsplan 1930. Burgemeester en wethouders willen toegeven, hetgeen ook in het preadvies valt te lezen, dat er een uitbreidingsplan op het Overbos ligt volgens hetwelk ongeveer 7 villa's, verspreid over het ter- rein, kunnen worden gebouwd. Spreker herinnert er aan, dat daarnâ een streekplan is gekomen en ook het plan in hoofdzaak van de gemeente. Het plan in hoofdzaak heeft het Overbos niet met een bepaalde bestemming willen belasten. Oorspronkelijk was het streekplan te gedetailleerd en mede naar aanleiding van de bezwaren die zijnerzijds naar voren zijn gebracht heeft men besloten de bestemming aan de gemeente over te laten, mits een bepaald bebouwingspercentage, ter beoordeling van hogere instanties, in acht werd genomen. Bij het plan in hoofdzaak is dit terrein er buiten gelaten. Men moet echter goed beseffen, dat wanneer er een bebouwing van het Overbos zou worden aangevraagd welke in strijd met het uitbrei- dingsplan 1930 zou zijn, alsdan een wijziging van het uitbreidingsplan zal moeten plaatsvinden. Buitendien zou deze niet in strijd mogen zijn met het ontwerp-streekplan. Verder is in 1942 o.a. voor dit terrein de meldingsplicht ingevoerd, wel- ke bij de wet in 1946 is bekrachtigd. In de maart-vergadering van het vorig jaar is in twijfel getrokken of het Overbos wei een uniek stukje natuur was, zoals door het college van burgemeester en wethouders des- tijds unaniem naar voren werd gebracht. Spreker gelooft dat het college van burgemeester en wethouders daarin niet alleen staat. Wanneer nl. een bepaald terrein van zô groot belang voor het natuurschoon wordt geacht, dat hierop een meldingsplicht wordt gelegd, dan mag men toch aannemen, dat het college met zijn visie niet alleen staat. Bovendien wisten burge- meester en wethouders zich geschraagd doordat de stedebouwkundige ad- viseur het standpunt van het college van burgemeester en wethouders ten volle onderschreef. Uit besprekingen, welke later bevestigd werden door

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1959 | | pagina 19