28 mei 1959.
139
die niet te voorzien zijn. Maar sprekers fractie meent, dat dit niet voor de
verbetering van de straatverlichting geldt; het zou goed zijn als er een
plan gemaakt zou worden hoe men zich de verbetering van de verlichting
denkt. Bij de begroting kan dan een deel van dat pian ter uitvoering wor-
den voorgedragen. Deze werkwijze zou voor de raad veel overzichtelijker
zijn.
Wethouder van Wijk antwoordt, dat er een algemeen plan is om alle
gaslantaarns die zich nog in de gemeente bevinden, te vervangen door
moderne verlichting. Het is echter vaak zo, dat de financiële middelen
waar het gemeentebestuur over kan beschikken, niet zo ruim zijn. Wanneer
er wat ruimte komt, moet spreker er als de kippen bij zijn om zijn portie
uit een nieuwe lening of uit een nieuw soelaas verkregen door een lening,
zien binnen te krijgen. Spreker is het met de heer Rutgers eens dat het
allemaal veel plezieriger zou zijn wanneer van te voren uitgestippeld kon
worden wat b.v. op het gebied van de straatverlichting in een bepaald jaar
mogelijk is. Er is een vrij grote post in de begroting voor vervanging van
de gasverlichting door elektriciteitsverlichting, maar nochtans zal dan al-
tijd bij de raad een voorstel komen wanneer een bepaald werk wordt ge-
concretiseerd. Zo ligt ook dit voorstei. Er is wat geld beschikbaar gekomen
en spreker heeft daarvan als wethouder van de bedrijven een graantje
meegepikt ten behoeve van dit voorstel. Dit kan niet altijd volgens het
boekje. De bedrijven hebben vaak ook weer geen tijd en geen personeel om
grote projecten te ondernemen. A1 deze factoren spelen hier mee. Gelet op
wat mogelijk is in verband met de financiën der gemeente, de arbeids-
krachten bij de bedrijven en het algemene plan tot vervanging van de gas-
verlichting door elektrische verlichting, zullen er op bepaalde tijden voor-
stellen worden gedaan, die niet zoveel afwijken van de lijn die bij de be-
groting is uitgestippeld.
De heer Verkouw is het antwoord van de wethouder niet helemaal dui-
delijk, Is het wel zo dat in de begroting 1959 al een krediet is opgenomen
voor de vervanging van gaslantaarns door elektrische verlichting? En
dient de raad dan opnieuw een krediet te verlenen?
Wethouder van Wijk antwoordt, dat het vaak de gewoonte is om de
toepassing van het krediet weer in de raad te brengen, omdat ook de plaats
waar de verlichting veranderd wordt van belang kan zijn.
De heer Verkouw heeft stellig de indruk, dat het burgemeester en wet-
houders om een krediet te doen is.
Wethouder van Wijk kan niet zeggen of het krediet, dat hiervoor uitge-
trokken is en naar hij meent f 25.000,bedraagt, uitgeput is, maar in elk
geval wordt nu een krediet gevraagd, hetzij binnen het kader van het reeds
verstrekte krediet hetzij daar buiten.
De Voorzitter zegt, dat voor het vervangen van de gasverlichting door
elektrische verlichting geen bepaald bedrag in de begroting is geraamd.
Bepaalde plannen kunnen ook pro memorie geraamd zijn. Wanneer er uit-
voering aan gegeven wordt dan komt de kredietaanvrage nog in behande-
ling bij de raad.
Mr. Rutgers stemt deze discussie niet helemaal rustig. Wanneer hij op de
vraag van de heer Verkouw of hier wel een post voor geraamd is, geen
zeker antwoord hoort, dan wii hij met nog meer aandrang vragen om een
behooriijk plan te maken van wat er per jaar aan de straatverlichting
verbeterd kan worden. In de loop van het jaar kan dan de mening van
de raad gevraagd worden over de wenselijkheid om een bepaald onderdeel
van dat plan uit te voeren. Dan weet de raad waar hij aan toe is en heeft
hij niet het onbehagelijke gevoel dat hem het geld tussen de vingers door
glipt.
