28 mei 1959.
141
XVI. BENOEMING PLAATSVERVANGEND LID WELSTANDSCOM-
MISSIE.
De aanbeveling is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno.
87. Benoeming plaatsvervangend lid welstandscommissie.
Uit de gehouden stemming blijkt, dat met 15 stemmen is benoemd de
heer L. H. P. Waterman te Amsterdam. De benoeming gaat in per 29
mei 1959 en geldt voor de huidige zittingsperiode van de welstandscom-
missie. 3 stemmen werden uitgebracht op de heer Ir. A. H. J. Paardekoper
te Lisse.
XVII. BENOEMING 2e PLAATSVERVANGEND WETHOUDER.
Mr. Rutgers zegt, dat zijn fractie ook deze keer gaarne zou zien dat de
nestor van de raad, de heer van der Linden, werd gekozen.
Uit de gehouden stemming blijkt, dat de heer van der Linden met 17
stemmen is gekozen tot 2e plaatsvervangend wethouder. 1 stem was van
onwaarde.
De heer Van der Linden neemt, onder dankzegging voor het in hem
gestelde vertrouwen, de benoeming aan.
XVIH. ZIEKTEKOSTENVOORZIENING GEMEENTEPERSONEEL.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
88. Ziektekostenvoorziening gemeentepersoneel.
De Voorzitter deelt mede, dat de commissie van overleg voor het gemeen-
tepersoneel zich hiermede kan verenigen.
De heer Scheer zegt, dat zijn fractie erkentelijk is voor het feit dat
burgemeester en wethouders deze voordracht zo spoedig hebben ingediend
waardoor een dreigend vacuum is voorkomen. Zijn fractie betreurt het dat
de relatie met het bedrijfsleven moest worden afgebroken. Zij constateert
dat het bedrijfsleven hier een zeker verstek heeft laten gaan, maar het
was toch wel zo prettig geweest wanneer deze relatie, waaraan ook de
ambtenaren gewend zijn, bestendigd had kunnen blijven.
De keerzijde van de medaille is, dat de IZA regeling in tegenstelling met
de vorige regeling, voor het gemeentepersoneel verplichtend is gesteld. Dit
stuit zijn fractie tegen de borst. Dit punt had misschien nog nader met de
IZA besproken kunnen worden. Daarbij had er op gewezen kunnen wor-
den dat praktisch het gehele gemeentepersoneel zich vrijwillig bij de ziek-
tekostenvoorziening had aangesloten. Mogelijk was men dan bereid ge-
weest op dezelfde voet door te gaan. Nu is de ambtenaar die toetreedt ver-
plicht om wanneer hij een verzekering heeft, zijn schepen achter zich te
verbranden. De ambtenaar moet kunnen leven maar moet niet geleefd
worden. Die tendens ligt toch wel enigszins in deze regeling. Ook is de
IZA regeling in vergelijking met de bestaande regeling voor het gemeente-
personeel iets ongunstiger, maar daar was misschien weinig aan te doen.
Bij overleg op langere termijn was het misschien mogelijk geweest er meer
uit te halen, maar nu die regeling al voor vele gemeenten geldt, zou dat ook
wel moeilijk geweest zijn.
Ir. Kooijmans kan het bezwaar van de heer Scheer volkomen onderschrij-
ven. Nu er echter van de zijde van de ambtenaren geen enkel bezwaar te-
gen de verplichte deelneming is ingebracht, kan zijn fractie met deze
regeling akkoord gaan.
Mevr. van der Meulen zegt, dat haar fractie met het voorstel van burge-