178
30 juli 1959.
dingsplicht. In verschillende couranten heeft gestaan, dat, wanneer een
bouwvergunning zou worden aangevraagd tot het bouwen van villa's, het
college van burgemeester en wethouders deze zonder meer zou moeten
verlenen omdat er geen enkel bezwaar zou kunnen zijn. Dat is echter voor
100 onjuist, omdat burgemeester en wethouders op grond van de mel-
dingsplicht die op dit terrein rust, een bouwaanvrage ter kennis moeten
brengen van de Rijksdienst voor het Nationale Plan.
De heer Zegwaart merkt op, dat de meldingsplicht nog niet persé be-
tekent, dat er een absoluut verbod om daar te bouwen zal volgen. Spreker
dacht, dat de meldingsplicht inhield, dat de directeur van het Natïonale
Plan er van in kennis wordt gesteld dat er een bouwaanvrage is en dat
dan moet worden afgewacht wat er daarna zal gaan gebeuren.
De Voorzitter wijst er op, dat hij in een vorige vergadering al heeft
medegedeeld dat er een brief is van de directeur van het Nationale Plan,
waarin staat, dat, wanneer er plannen te zijner kennis worden gebracht
om het Overbos te bebouwen, er een bouwverbod zal worden opgelegd.
De heer Zegwaart weet niet welk een verschrikkelijke macht de direc-
teur van het Nationale Plan heeft, maar in elk geval staat toch vast,
dat het streekplan voor Zuid-Kennemerland zeer nadrukkelijk een ruime
bebouwing op het Overbos toelaat. Spreker weet niet of de betreffende in-
stanties elkaar zullen gaan bestrijden. Spreker kan zich voorstellen, dat de
Stichting ,,St. Bavo" zich aan het streekplan Zuid-Kennemerland vast-
klampt om te proberen op het Overbos tot de bouw van een rusthuis te
komen. Sprekers fractie zal daar graag haar medewerking aan verlenen.
De heer Rutgers heeft gezegd dat het plan Kennemerduin volkomen
apart bekeken kan worden. Natuurlijk kan dat ook wel, maar spreker
kan zich voorstellen dat, als er op Overbos geen rusthuis mag worden
gebouwd, het Regentencollege van St. Bavo zal proberen gedaan te krijgen,
op grond van het thans geldende uitbreidingsplan dat dus van kracht was
toen St. Bavo het Overbos kocht, om daar villa's te bouwen. Indien dan
het uitbreidingsplan voor Kennemerduin is gewijzigd, waardoor de uit-
valswegen van het Overbos volkomen zouden worden geblokkeerd, dan
bestaat die mogelijkheid niet meer. Hieruit blijkt dus dat bij aanneming
van het voorstel van burgemeester en wethouders de belangen van de
eigenares van Overbos zouden kunnen worden geschaad.
De heer Rutgers heeft verder gezegd, dat het regentencollege enerzijds
zielig doet en anderzijds dreigt. Spreker wijst er op, dat slechts na heel
veel moeite in de vergadering van 27 maart 1958, na schorsing van de ver-
gadering, een weinig medewerking van de zijde van burgemeester en wet-
houders kon worden verkregen, die tot dat moment helemaal niet bereid
waren op het verzoek van de Stichting St. Bavo in te gaan. Als spreker in
herinnering brengt, dat de Stichting St. Bavo al meer dan 100 jaar --
een jaar of 4 geleden is het eeuwfeest gevierd de verzorging van be-
jaarden en vroeger van kinderen op zich heeft genomen, mag het dan aan-
spraak maken op volle en enthousiaste medewerking en mag het dan ver-
velend vinden dat het allemaal zo moeilijk en zo stroef gaat bij de bouw
van een bejaardenhuis op het Overbos? Als men ziet dat het ideaal dat
men nastreeft misschien niet bereikt zal worden, kan spreker zich voor-
stellen dat alle mogelijkheden die er zijn om het doel gerealiseerd te krij-
gen, worden aangegrepen.
De heer Schuitenmaker heeft gezegd, dat hij niet begrijpt, dat de Stich-
ting St. Bavo maar steeds terugvalt op dat plan van 1930. Spreker wijst er
op, dat dit wel moet want het is op dit ogenblik het enig geldende plan.
Het is dus volkomen begrijpelijk dat het regentencollege zich daarop be-
roept.
De voorzitter heeft spreker maar gedeeltelijk geciteerd. Hij heeft nl.
gezegd, dat er bij burgemeester en wethouders verbazing was over de