205 24 september 1959. dat hierbij ook de organisaties moeten worden ingeschakeld. Burgemeester en wethouders kunnen dus het bureau laten beginnen met de functiebe- schrijvingen, maar zo gauw dat gebeurd is, zal er een commissie moeten worden benoemd, waarin ook de organisaties zitting moeten hebben. Het is spreker opgevallen, dat in het besluit onder B staat vermeld, dat de opdracht geldt voor de werklieden, werkzaam bij de diensttakken, waar- op het reglement voor de werklieden in dienst der gemeente van toepas- sing is verklaard. De meteropnemers b.v. vallen hier dus buiten. Bij het toepassen van werkclassificatie en merit rating acht spreker dit nu juist een functie, die daar heel goed voor in aanmerking komt. Voorts vraagt spreker of burgemeester en wethouders ook van plan zijn om de werkclassificatie te gaan toepassen voor de ambtenaren ter secre- tarie. Het zal burgemeester en wethouders misschien bekend zijn, dat bij het invoeren van de werkclassificatie er ook van de zijde van de ambtena- renorganisaties de eis gesteld is, dat ook voor de ambtenaren in die zin iets zou gebeuren. Het is daarom, dat de gemeente Zaandam niet is begonnen met de werklieden maar met de ambtenaren ter secretarie en van sociale zaken. Spreker heeft daar zelf nog aan meegewerkt. Het is hem ook be- kend, dat er nog meerdere gemeenten zijn die begonnen zijn met de ambte- naren in engere zin. Mr. Kutgers is met de formulering van het voorstei niet helemaal ge- lukkig. Naar zijn idee geldt in politicis het adagium: onderzoekt alle dingen en behoudt het goede. Dat houdt in, dat wij het nieuwe dat zich voordoet met enthousiasme moeten onderzoeken om te zien of het voor ons ook goed is. Spreker moet dan echter zijn teleurstelling uitspreken over de wat de- faitistische tendens van de toelichting van burgemeester en wethouders, waarin staat: „dat wij omtrent de toepassing van de werkclassificatie en de prestatiebeloning in de praktijk vooralsnog sceptisch gestemd zijii". Van mevrouw van der Meulen mag spreker geen vergelijkingen meer trekken met de doodstraf. Daarom zal hij nu een andere vergelijking ma- ken. Wanneer een jonge man enige genegenheid wenst te verwerven van een jong meisje en hij vraagt haar om een kusje dan zal dat jonge meisje, alvorens die bereidheid te tonen, toch wel graag hebben dat er eerst over de toekomst, over een huwelijk gesproken wordt. Wanneer dan de jonge man de kusjes van het meisjes accepteert, maar daarbij voor zich zelf het voorbehoud maakt, dat hij vooralsnog sceptisch tegenover het huwelijk staat, dan vreest spreker dat de jonge man de sympathie van ons allen niet zal hebben. AIs spreker dan in dit geval substitueert voor de jonge man: de gemeente Heemstede, voor het meisje: „Den Haag" en voor het kusje: de 3 toeslag, dan moet hij toch zeggen, dat hij over het woord „voorals- nog sceptisch" bepaald niet enthousiast is. Spreker vindt, dat wanneer de mogelijkheid van werkclassificatie en prestatiebeloning wordt onderzocht dit met vol enthousiasme moet worden gedaan. Bij de behandeling van de vorige begroting heeft spreker en ook wel an- dere sprekers, gewezen op de gevaren van dit stelsel. Spreker zegt daarom geenszins nu al, dat hij so wie so enthousiast is voor een prestatiebeloning. Maar hij is wêl enthousiast voor een grondig onderzoek dienaangaande zonder terughouding. Mevrouw van der Meulen heeft de vorige keer gewezen op het grote ver- schil tussen werkclassificatie en prestatiebeloning. Ook dat beaamt spre- ker ten volle. Daar zit een groot verschil in. Wanneer hij nu vanuit dit ge- zichtspunt het voorstel van burgemeester en wethouders nader beziet, dan blijkt dat burgemeester en wethouders het bureau personeelsbeheer en or- ganisatie der Vereniging van Nederiandse Gemeenten zowel de invoering van de werkclassificatie als van de prestatiebeloning willen opdragen Zij baseren dat op drie gronden, n.l. dat bij dat bureau het winstoogmerk ont- breekt; dat het bureau de belangen van alle Nederlandse gemeenten be-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1959 | | pagina 10