24 september 1959.
208
hierop gebaseerd, of dit systeem voor kleine gemeenten nu wel opgaat. Dat
neemt niet weg dat de gemeente zal doen wat zij wettelijk moet doen. Een
gemeentebestuur behoort gouvernementeel te zijn. Wat van overheidswege
ons is toegeschoven hebben wij volhartig gedaan in die zin, dat wij doen
wat de meeste gemeenten in Nederland hebben gedaan, want het overgrote
deel van de gemeenten is dezelfde weg ingeslagen die ook burgemeester en
wethouders voorstellen in te slaan. A1 deze gemeenten zullen de zaak
ook wel bekeken hebben, zullen ook wel hebben nagëgaan of hier een spe-
ciale man moest worden aangesteld of dat een particulier bureau of het
bureau van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten een opdracht moest
worden verstrekt.
Spreker dankt de heer Zegwaart voor diens steun aan dit voorstel. Na-
tuurlijk zullen, wanneer dit voorstel is aangenomen, stappen ondernomen
moeten worden. Wellicht worden burgemeester en wethouders enthousiast
op grond van de rapporten die hen bereiken. Zij staan volkomen onbevoor-
oordeeld voor deze materie open. Iemand die sceptisch ten aanzien van een
zaak gestemd is kan nog wel onbevooroordeeld zijn en het college is nog
wel zo buigzaam om op een gegeven ogenblik te kunnen zeggen dat het
een en ander toch wel verkeerd bekeken heeft, maar dat het rapport het
college een zodanige heldere kijk op de zaak geeft, dat het nu ook en-
thousiast classificeerder is geworden en wat dies meer zij, verwacht
spreker niet, maar dat is een persoonlijke opvatting. Natuurlijk zullen
burgemeester en wethouders dan de organisaties inschakelen en de weg
volgen die daarbij gevolgd moet worden en zo mogelijk uitbreiden tot, alle
personen met betrekking waartoe zij zouden kunnen aannemen dat dit
rapport nut kan hebben wanneer daarnaar gehandeld wordt. Voorlopig
hebben burgemeester en wethouders daarvoor geen enkele beperking strin-
gent in het hoofd. Spreker kan dus toezeggen, dat zal worden bezien hoe
breed dit kan worden toegepast.
De heer Rutgers heeft wel niet gepleit voor een particulier bureau, maar
hij heeft hier de vraag op tafel gelegd, of de gemeente nu wel gebonden is
aan dit bureau van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Inderdaad.
het zou ook anders kunnen, maar burgemeester en wethouders hebben het
gevoelen, en dat gevoelen is wel gebaseerd op de praktijk, dat de opdracht
aan het bureau voorlopig de goedkoopste weg is. Ook sluit spreker daar-
voor äan bij de heer Kooijmans, die er al op wees, dat een bureau met veel
eensluidende opdrachten een bepaalde routine krijgt. Gemeenten hebben wel
een verschillend accent maar het wezen van de gemeenten zal over het
algemeen toch wel gelijk zijn. Wij zijn een van de laatsten die aan dit
bureau de opdracht geven. Dat heeft het grote voordeel dat al de ervaring,
opgedaan bij vroegere onderzoekingen, ook ten goede zal komen aan de
gemeente Heemstede.
De heer Rutgers heeft zich aan een vrij gevaarlijke beeldspraak ge-
waagd waar spreker niet te veel van zeggen zal. Hij praat al over trouw-
plannen, maar hij gaat uit van een situatie waarin men al verliefd is.
Maar spreker kan zeggen dat het college dat niet is en daarom in zijn
besprekingen met de toekomstige levenspartner wat gereserveerder. Dat
is het verschil tussen het standpunt van de heer Rutgers en burgemeester
en wethouders.
Inderdaad zijn in de toelichting wat argumenten genoemd waarom bur-
gemeester en wethouders deze weg volgen. Het goedkoopte-argument, dat
hier niet met winstoogmerk wordt gehandeld, zal natuurlijk zekere invloed
hebben op de prijs, maar dat is zeer zeker niet doorslaggevend geweest
voor burgemeester en wethouders. Wanneer men zich afvraagt of van iets
wel veel terecht zal komen, of wanneer men dat eigenlijk niet verwacht,
dan is het bewandelen van de goedkoopste weg toch ook wel het meest
verantwoord. Aan het college zijn diverse prijzen bekend van particuliere
bureaux, die bepaalde zeer beperkte onderzoekingen hebben verricht, maar
