24 september 1959. 210 rapport over meerdere gemeenten zullen echter juist de speciale facetten van onze gemeentelijke huishouding in het gedrang komen. Ir. Kooijmans: ,,Dat kunt U zelf doen". Wethouder van Wijk geeft toe, dat men het rapport zelf kan uitwerken. Het wordt dan echter ten dele rapport en ten dele eigen werk. In dit op- zicht moet men echter niet te veel aan eigen werk gaan doen opdat men objectief krijgt te zien wat een ander nu denkt van datgene wat hier wordt verricht, op welke wijze het wordt verricht, door wie, door welke groepe- ring, door welk aantal enz. Mr. Rutgers is dankbaar voor het antwoord van de wethouder, maar het bevredigt hem niet ten volle. Spreker heeft n.I. enige vragen gesteld die niet volledig zijn beantwoord. De particuliere bureaux hij wil dit voor- op stellen bedienen ook meer dan een gemeente op dit terrein. Het is niet zo dat spreker voorstander is van het geven van werk aan een par- ticulier bureau dat het nog nooit gedaan heeft. Er zijn verschillende ge- meenten die particuliere bureaux ingeschakeld hebben. Burgemeester en wethouders behoeven dus niet bang te zijn dat zij helemaal met wat nieuws zouden aankomen. Als burgemeester en wethouders zeggen, laten we het maar zo goedkoop mogelijk doen want we verwachten er niet zoveel van, dan is dat nu juist het bezwaar waar spreker van uitgegaan is, omdat er dan niets goeds en het kan betekenen iets slechts uit de bus komt. Het spijt spreker dat burgemeester en wethouders zich niet op de hoogte heb- ben gesteld van de mogelijkheid en de wenselijkheid van het insehakelen van een particulier bureau. Spreker vraagt wat de gemeente nu voor die 3000,krijgt, of dat bedrag voor een jaar is of voor het hele rapport is niet beantwoord. Maar het belangrijkste is toch wel dat er een heel groot verschil is tussen de werkclassificatie en de prestatiebeloning. Wan- neer er nu gesproken wordt over een rapport en over taakanalyse, meent spreker dat er gesproken wordt over de werkclassificatie. Daarvan gaat veel van wat de wethouder gezegd heeft op, maar het gesprokene slaat niet op de prestatiebeloning. Het aangehaalde over de eenvormigheid der gemeenten slaat op de werkclassificatie en niet op de prestatiebeloning. Ten aanzien van de prestatiebeloning moet overleg met de opzichters wor- den gepleegd. Het is van groot belang, wie dat doet. Ook moet er con- tact zijn met de vakbonden en het is van groot belang hoe dat gebeurt. Spreker heeft dan meer vertrouwen in iemand van wie hij weet wie het is, dan in iemand van een corps dat zijn bekwaamheid dienaangaande nog moet bewijzen. Sprekers vraag is dan ook: a. of het college zich alsnog op de hoogte wil stellen van de twee kanten die het op kan; b. of, als bur- gemeester en wethouders prijsstellen op samenwerking met het bureau van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, zij dan niet de prestatiebelo- ning uit het besluit kunnen schrappen en dus voorlopig alleen de werk- classificatie daaraan kunnen opdragen, zodat de raad zijn handen nog vrij heeft. De heer Zegwaart merkt op, dat er waarheden als koeien gezegd zijn, zo b.v. dat er een groot verschil is tussen werkclassificatie en prestatie- beloning. Inderdaad, bij de werkclassificatie wordt de inhoud van de func- tie van elke functionaris beschreven, daarvoor wordt een aantal punten ge- geven, daar komen breuken aan te pas en op die manier wordt dus de in- houd van een bepaalde functie vastgesteld. Bij de werkclassificatie wordt echter niets bepaald over de persoon die de functie uitoefent. Daarvoor is de prestatiebeloning. Aan de hand van het oordeel over hoe Janssen, Pietersen of Klaassen hun functie vervullen, hetgeen de plaatselijke op- zichters, chefs enz. zullen moeten bepalen, wordt de premie vastgesteld. Spreker gelooft niet dat het bureau van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten zich daarmee zal bemoeien. Wel zal het bureau hiervoor natuur-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1959 | | pagina 15