24 september 1959. 212
het op dit moment niet veel ter zake doet want een andere weg is niet meer
mogelijk.
De heer Zegwaart zegt, dat wat de heer Kooijmans voorstelt dus hierop
neerkomt, dat we het bij het oude laten. De ongeschoolden dus in groep 1,
enz. De heer Kooijmans heeft het niet genoemd maar spreker heeft er aarî
gedacht. Er zijn verschillende functies die in de ene gemeente 2 groepen
hoger ingedeeld zijn dan in een andere gemeente. Dat moet toch ergens on
rusten.
Wethouder van Wijk zegt, dat hij in al hetgeen met betrekking tot deze
materie is opgemerkt steeds meer bevestiging van zijn overtuiging vindt,
dat burgemeester en wethouders toch wel goed zitten met dit voorstel,
want het houdt ongeveer het heilige midden van alle naar voren gebrachté
standpunten. Mevrouw van der Meulen moge daarbij samenwerking van
gemeenten van gelijke grootte voorstaan, maar dat is natuurlijk maar een.
zeer betrekkelijk facet van een gemeente. Ook de structuur en de ligging
spelen een rol. In het algemeen kan gezegd worden, dat men in deze rap-
porten zal beginnen met globale vakken te trekken, dat men rekening
houdt met de klassen van de gemeenten, met de ligging van de gemeenta
en dat men dus bepaalde algemene facetten direct in het begin van het rap-
port zal opmerken en zal uitwerken en zal zeggen, voor een gemeente als
Heemstede ligt dit niet helemaal zo, enz.; en in die en die klasse geldt in
het algemeen al bij voorbaat dat. Het zal eigenlijk een toegespitst rapport
zijn, beredeneerd vanuit algemeenheden naar minder algemeenheden, naar
bepaalde groeperingen en dan tenslotte naar individuele facetten van een
gemeente. Dat lijkt spreker toch wel een minimum voorwaarde voor een
behoorlijk rapport en waar het door een deskundig bureau wordt uitge-
bracht, mag dat toch zeer zeker en zonder twijfel worden verwacht.
4 Spreker neemt direct aan, dat particuliere bureaux ook wel meerdere
gemeentelijke cliënten zullen hebben, hoewel burgemeester en wethouders
dat niet weten. Dat zou nagevraagd kunnen worden. Maar zij zullen toch
nooit zoveel vergelijkend materiaal hebben als het bureau van de Vereni-
ging van Nederlandse Gemeenten.
Ten aanzien van het goedkoopte-argument merkt spreker op, dat het
rapport van het bureau niet het goedkoopste is in de enge zin' van het
woord, maar het kan goedkoop zijn omdat het uitbrengen van vele rappor-
ten over één bepaald onderwerp de zaak goedkoop maakt. Het is trouwens
een wet in het economisch leven, dat massafabricage de prijs drukt. Mas-
safabricage behoeft helemaal geen denigrerende betekenis te hebben voor
het artikel zelf, maar als het artikel veel gevraagd wordt zal het niet alleen
g°ed zijn, maar kan het in massa goedkoper zijn, omdat velen met elkaar
de research en wat er verder bij te pas komt hebben betaald en omdat men
kan putten uit ervaring. Aldus is het goedkoopte-argument zoals door
het c.ollege voorgedragen, volkomen verantwoord.
Verder heeft de heer Rutgers gevraagd wat de gemeente nu precies voor
deze f 3000, krijgt. Redelijkerwijs mag aangenomen worden: een rapport
waarop verder gebouwd kan worden. Spreker wil toch een concessie aan
de heer Rutgers doen. Het college en uiteraard op een gegeven ogenblik
°°k <ie raad, zal dit rapport met grote belangstelling bezien. Wanneer
daar hiaten in worden aangetroffen of zaken die ons onbevredigend voor-
komen, staat niets in de weg om met betrekking tot bepaalde punten aan-
vullende rapporten te vragen, waarbij het zeer wel mogelijk zou kunnen
zijn, dat men dan weer niet gaat vragen bij dezelfde instantie die reeds
haar licht over deze zaak heeft laten schijnen.
Thans heeft het college weloverwogen gekozen en daarom dit voorstel
ingediend.
Ten aanzien van het bepalen van de prestatiebeloning zegt spreker, dat
natuurlijk algemene richtlijnen zullen worden gegeven, inhoudende op
