243 26 november 1959. De heer Scheer merkt op, dat hij dan het voorstel zou willen doen om de geleidingen van luchtpompinstallaties uit het ontwerp-besluit te lichten. De heer Verkouw zegt, dat de bepalingen zoals die nu in de verordening zullen worden opgenomen, in vele gemeenten voorkomen. De tarieven voor de precariorechten zijn ongeveer gelijk aan die welke de gemeente Haarlem heft en dat lijkt spreker ook wel van belang. Spreker wijst er op, dat in de memorie van toelichting van het wetsontwerp financiële ver- houding tussen rijk en gemeenten, waarin ook de woonplaatsbelasting ter sprake komt, staat: ,,afgezien van deze woonplaatsbelasting zijn er nog allerlei mogelijkheden om de eigen belastingen te verhogen". Daarbij heeft de regering medegedeeld, later is dat nog bevpstigd door een circulaire van de minister van binnenlandse zaken, dat zij verruiming van de inkom- sten uit retributiën mogelijk acht door deze aan de gewijzigde tijdsomstan- digheden aan te passen. Spreker gelooft dat Heemstede met deze verorde- ning in de pas loopt. Zijn fractie heeft er dan ook geen bezwaar tegen. Wethouder Corver vindt het heel gewoon dat, wanneer pompen op eigen terrein staan en de geleidingen over gemeentegrond worden gebruikt, daarvoor wordt betaald. In antwoord op de vraag van de heer Scheer inzake het betalen van precariorechten door hen die een installatie hebben op grond die zij vroe- ger aan de gemeente hebben afgestaan, zegt spreker, dat dit afhangt van de overeenkomst die de gemeente met de betrokkenen heeft gesloten toen zij die grond afstonden. Als daarin een bepaling staat dat geen precario voor het gebruik van die grond zal worden geheven dan is er geen precario- recht verschuldigd. De heer Scheer kan met het laatste punt akkoord gaan. Spreker heeft er wel bezwaar tegen, dat de gemeente van luchtpompen op eigen terrein, waaronder ook kleine luchtpompjes vallen voor het oppompen van fiets- banden en waarvan de verbindingsslang over gemeentegrond wordt ge- leid, precario wordt geheven. De Voorzitter gelooft dat de heer Scheer in deze een schim ziet die geen werkelijkheid is. De heer Scheer zegt, dat als de voorzitter hem de toezegging doet dat deze objecten niet zullen worden belast, hij er vrede mee heeft. De Voorzitter antwoordt, dat hij die toezegging niet kan doen. Het lijkt hem duidelijk genoeg dat, wanneer men een kleine luchtpomp op eigen terrein heeft, waarvan de slang over gemeentegrond komt, geen aanslag zal volgen. De heer Scheer: „VoIgens de letter van de verordening wel". De Voorzitter zegt, dat in de verordening wordt gesproken van het heb- ben van een water- of luchtpompinstallatie met inbegrip van de daarbij behorende geleidingen. Men kan de vraag opwerpen of een slang een ge- Ieiding is. De Voorzitter brengt vervolgens het voorstel van de heer Scheer om het bepaalde onder I H 2e van het ontwerp-besluit te laten vervallen, in stem- ming. Dit voorstel wordt voldoende ondersteund. Uit de gehouden stemming blijkt dat het voorstel is verworpen met 415 stemmen. Vôör het voorstel stemden de heren Brink, Scheer, Kooijmans en Plies- ter.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1959 | | pagina 4