7 januari 1960. 39 te bestemmen voor hun leden. In grote gemeenten komt het wel voor dat woningverenigingen een bepaaid percentage woningen voor hun leden mogen bestemmen. Dit hier ook te doen zou ons huisvestingsbeleid vol- komen doorkruisen. Het zou een bevoorrechting betekenen van de leden van de woningverenigingen. De heer Pliester heeft ook nog gevraagd of het niet mogelijk zou zijn bestaande woningcomplexen aan een grote belegger te verkopen. Zou men b.v. de woningen in de Componistenbuurt verkopen, dan moet er rekening mee worden gehouden, dat daar een bedrag van f 225.000,aan premie inzit die de gemeente indertijd zelf heeft verstrekt opdat deze woningen gebouwd zouden kunnen worden. Dit betreft de 50 woningen die daar het eerst zijn gebouwd. Wanneer de premie in de koopprijs wordt gecalculeerd, dan valt te vrezen, dat de huren van deze woningen aanmerkelijk opge- trokken zullen moeten worden. De huren zijn n.l. op het ogenblik geba- seerd op de verstrekte premie. De heer Pliester vindt, dat de kosten van het bouwrijp maken van ter- rein, zoals voor verlichting enz. op de grondprijs moeten drukken. Men zal er dan rekening mee moeten houden, dat de grondprijs in elk geval nog zodanig zal moeten zijn, dat hij niet van te grote invloed is op de huurprijs van de te bouwen woningen. Ik kan verder nog mededelen, dat op 27 januari a.s. in de Raad van State een beroep aan de orde komt, waarbij bezwaren zijn gemaakt tegen de vaststelling van het streekplan Zuid-Kennemerland. Het gaat hier om het terrein van Van Schie aan de Glipperweg tegenover Groenendaal. Hier- op zal volgens het ontwerp-streekplan niet gebouwd mogen worden. Wij zullen trachten dit terrein als bouwterrein voor de gemeente te behouden, hetgeen niet anders dan de woningbouw ten goede zal kunnen komen. Er is verder over gesproken, dat in tal van woningwetwoningen mensen wonen, die financieel gesproken in die woningen niet thuis horen (midden- standers, onderwijzers, ambtenaren), omdat zij wel een hogere huur kun- nen betalen. Ik vraag mij echter af, of het wel mogelijk zal zijn om deze bewoners in de naaste toekomst te dwingen om in duurdere woningen te gaan wonen. A1 met al klinkt datgene wat ik hier naar voren heb gebracht niet zo erg optimistisch. Helaas kan ik het niet anders zien. Wij zijn gaarne be- reid om te doen wat mogelijk is om tot bouwen te komen en daarbij ook rekening houden met de huurprijs die voor de woningen betaald kan wor- den. De bouwkosten gaan echter steeds omhoog en het is niet eenvou- dig om een behoorlijke woning voor een aanvaardbare huurprijs te bou- wen. De heer Rutgers heeft nog over het woonwagenkamp gesproken. He- laas heeft de uitvoering van het werk ernstige stagnatie ondergaan. Eerst moest gewacht worden op de goedkeuring van gedeputeerde staten, die lang uitgebleven is. Bij de aanbesteding bleken de inschrijvingen zo hoog te zijn, dat burgemeester en wethouders meenden hierop niet te moeten in- gaan. Daarna zijn onderhandelingen gevoerd om het werk op andere wijze uitgevoerd te krijgen. Wanneer echter een aanbesteding eenmaal is mislukt, is het uitermate moeilijk om het werk kwijt te raken. Nu is het zo ver, dat bepaalde gedeelten van het werk door een aannemer zullen worden verricht, terwijl het restant door de gemeente wordt uitgevoerd. Door deze gang van zaken is, zeer tot onze spijt, de uitvoering van het werk ernstig gestagneerd". Wethouder Mr. van Wijk zegt: ,,Gaarne wil ik proberen de vragen en opmerkingen die gesteld en gemaakt zijn met betrekking tot de porte- feuille die ik het voorrecht heb te beheren, te beantwoorden. Maar laat ik voorop stellen, dat ik met zeer veel genoegen de algemene beschou- wingen heb aangehoord, die zakelijk waren, to the point, niet al te specu-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1960 | | pagina 39