52 7 januari 1960. Heemstede raaar door de houding van Haarlem. Zolang we die houding in de omringende gemeenten ontmoeten zullen we helaas gedwongen zijn om van onze tegemoetkomende houding af te zien. Men moet al zeer goede papieren hebben om te bereiken dat een woning in een andere ge- meente wordt toegewezen. Iedere gemeente zorgt alleen voor zichzelf en kijkt niet naar een andere. Dat is betreurenswaardig maar het is zo. Dat zal dus helaas de woningpolitiek van Heemstede ook wel beïnvloeden. Ik ben het met de heer Rutgers eens als hij zegt, verwijzend naar de spreuk boven mijn achterhoofd, dat wij tezamen moeten beraadslagen en naar elkander moeten luisteren. Mijn fractie is het er mee eens, dat men alleen gezamenlijk tot bepaalde dingen kan komen. Men kan natuurlijk wel verschillen in de beoordeling welke zaak voorrang moet hebben. Wij verkla- ren ons volkomen bereid om voor dingen die heel gewenst zijn, met iedereen samen te werken. Wij willen graag samenwerken. Wij willen niet anders dan het belang van de gemeente behartigen, niet alleen zoals wij dat zelf zien, maar wij willen ook graag overtuigd worden dat een of andere zaak niet in het beiang van de gemeente is als geheel, waarbij wij natuurlijk ook wel een beetje denken aan de belangen van degenen die wij speciaal ver- tegenwoordigen. Wij hebben allemaal een eed afgelegd, dat wij de be- langen van de gemeente zuilen behartigen. Dat zijn wij' ons wel bewust. Ik heb met veel instemming gehoord, dat de heer Rutgers een geza- menlijke viering van de 5e mei voorstaat voor wat betreft de kerkelijke viering. In de dagen na de bevrijding hebben wij meegemaakt, dat vanaf het balkon van het raadhuis, door de voorgangers van de onderscheidene kerkelijke richtingen werd gesproken en de mensen stonden allemaal met tranen in de ogen te luisteren. Iemand die werkelijk beseft wat de oorlog voor ons geweest is, die het grote leed wat over velen is gekomen heeft meegemaakt, die in zijn naaste omgeving mensen heeft zien weghaien en niet zien terugkomen, die heel goede vrienden heeft verloren, die kan niet anders dan instemmen met de gedachte die de heer Rutgers heeft ge- opperd. Als wij het daarheen kunnen leiden, dat er gezamenlijk iets ge- daan wordt U begrijpt wei dat ik het niet voor het zeggen heb dan zal ik dit gaarne propageren. Ik vind de opmerking van de heer Rutgers over het jaartallenboekje werkeiijk heel goed. Het is n.l. zo, dat ik sinds jaar en dag gewaarschuwd heb, dat het openbaar onderwijs een beetje rose aan het worden is. Ik vind °°k, dat men dit niet zo maar met een grapje kan afdoen, met alle res- pect overigens voor wat de wethouder van onderwijs geantwoord heeft. Ik geloof dat burgemeester en wethouders verstandig zouden doen om daar eens over te praten. Ik kende dat feit niet. Ik pleeg niet de geschiedenis- boekjes van de openbare lagere school allemaal in te zien, maar indien het een feit is, dan vind ik dat gewoonweg ergerlijk, daar is geen ander woord voor. De oprichting van de P. v. d. A. is geen feit, dat wij speciaal in onze vaderlandse geschiedenis behoeven te herdenken. Want ik herinner me ook nog wel en dat staat ongetwijfeld in extenso in dit boekje het verhaai van het giaasje water van onze vriend Wijnkoop. Ik wil mevrouw van der Meulen graag herinneren aan het feit, dat ik lid van een korfbalclub geweest ben. Dat geiooft U niet, maar in mijn jonge jaren was ik een sportliefhebber. In die korfbalclub waren wel eens lastige leden en als men daarvan af wilde dan koos men dat lid (hetzij jongen of meisje) in het bestuur en dan deed zich het merkwaardige feit v°or, dat hij/zij geen mond meer opendeed. Ik heb toch sterk de indruk, dat we destijds bij de wethoudersverkiezing een fout gemaakt hebben door mevrouw van der Meulen niet achter de bestuurstafel te zetten. Ik weet zeker, dat zij dan zoveel kritiek als zij nu heeft niet zou hebben. Ik luister overigens met plezier naar haar en zij moet dit niet als een persoonlijke aanval beschouwen. Mevrouw van der Meulen heeft toch heus wel een paar dingen gezegd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1960 | | pagina 52