mmm 7 januari 1960. 61 grond van mijn betoog was, of, wanneer wij mogelijkheden zien dat er kapitaal is Ios te maken, wij wel voldoende fantasie hebben om tot wo- ningbouw te komen. Doen wij wel genoeg moeite om de moeilijkheden te overwinnen Zijn er misschien toch geen wegen om met dat geld in de vorm van een N.V. te werken Ik zal over een en ander nog eens grondig nadenken, maar ik heb nu een poging willen doen om in die richting te stimuleren. Ik ben geneigd om op veel wat de heer Verhoeven heeft gezegd, uitvoe- rig in te gaan, maar door de vrij lange tijd die hij voor zijn repliek nodig heeft gehad, heeft hij mij helaas de gelegenheid ontnomen dat te doen. Ik zou toch wel graag willen onderstrepen hetgeen de heer Verhoeven heeft gezegd over het subsidiebeleid. Ik ben erg getroffen door het beroep dat hij op de mensen heeft gedaan om toch eens inderdaad een percen- tage van inkomen voor kerkelijke noden of in ieder geval voor weldadig- heid te besteden, waardoor zou blijken, dat veel subsidies achterwege zou- den kunnen blijven. Ik ben het ook met hem eens, dat het subsidiebeleid niet gereglementeerd moet worden. Wat de heer Verhoeven heeft gezegd over het huisvestingsbeleid tegen- over de gemeente Haarlem kan ik volledig onderschrijven. Ik ben het niet met de heer Verhoeven eens dat de raad mevrouw van der Meulen zou moeten neutraliseren, nog minder dat zij geneutraliseerd zou moeten worden door haar achter de tafel van burgemeester en wet- houders te zetten. Ik wist niet en dan ben ik misschien onduidelijk geweest dat ik had gezegd, dat de natuur de voorkeur gegeven moet worden boven de cultuur, zoals de heer Verhoeven opmerkte. Dat is zeker mijn bedoeling niet ge'weest. Ik heb alleen willen betogen, dat inderdaad de scheiding tussen cultuur en natuur niet zo gemakkelijk is. En het was cul. De heer Verhoeven heeft ook gezegd, dat de begroting slechts een ra- ming is. Ik ben van mening, dat een raming zo juist mogelijk moet zijn. Van een raming kan men uitgaan en dat doet niets af aan mijn betoog over de wenselijkheid van andere begrotingsvoorschriften. Ik ben het niet met de heer Verhoeven eens, dat de vier genoemde objecten niet tegelijkertijd ter hand genomen moeten worden. Dat moet wêl gebeuren, want de praktijk wijst uit, dat sommige van die objecten enige jaren zullen vergen voor ze kunnen worden uitgevoerd. Met belangstelling heb ik in eerste instantie van de heer Verhoeven be- luisterd, wat hij heeft gezegd inzake het werken van Den Haag met to- taalgegevens. Dit was in verschillende opzichten ook het geval met zijn betoog over de salarissen, hoewel ik met de wethouder begrijp, dat het heel moeilijk zal zijn om dit in de praktijk te effectueren. Ik ben een beetje geschrokken van wat mevrouw van der Meulen in eerste instantie heeft gezegd, n.l. dat de aanwezige gemeentelijke bouw- grond alleen ten goede mag komen aan Heemstedenaren. Zij zal daarvoor een motie indienen. Ik geloof echter, dat in het algemeen rustig aan het beleid van burgemeester en wethouders kan worden overgelaten, gehoord de meningen van de raad, in deze de juiste weg te bewandelen. Een ab- solute regel om alleen gemeentegrond ter beschikking te stellen van gemeentenaren lijkt mij wel een beetje een stap terug in de 19e eeuwse richting, misschien nog verder terug, al kan ik natuurlijk de gedachten- gang waaruit zoiets is geboren wel begrijpen. Naar aanleiding van het gesprokene door de heer Rutgers in tweede instantie, zou ik nog willen opmerken, dat ik met belangstelling heb ge- luisterd naar de argumenten, die over het drukken of steneillen van de notulen naar voren zijn gebracht. Mijn fractie heeft haar standpunt nog niet bepaald. Inderdaad is er iets voor te zeggen, dat, als de kosten aan- merkelijk minder worden, men daar dan ook rekening mee houdt. Wat het subsidiebeleid betreft, zou ik ook nog even willen opmerken,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1960 | | pagina 61