7 januari 1960.
63
wel dat de heer Rutgers de zijde heeft gekozen van mr. Verplanke, de
burgemeester van 's-Gravendeel. Hij toch is een van de meest rechtse
figuren uit de A.R.-partij, nog erger dan de V.V.D. De ideeën van mr.
Verplanke staan mijlen ver af van een man als prof. de Gaay Fortman
en de vele jongeren in de A.R.-partij en het heeft mij gespeten, dat ik de
indruk heb gekregen, dat de heer van Wijk, onze wethouder, zich meer
in het gezelschap van de heer Verplanke als in dat van prof. de Gaay
Fortman en de jongere A.R. thuisvoelt.
Alles draait om de vraag of het gemeentebelang bij bepaalde subsidies
wel of niet is betrokken. Dat is een vraag die altijd aan de orde is ge-
weest. Ik herinner mij nog dat prof. Oppenheim in zijn boek schrijft.
„Als het zo is dat zelfs het gemeentebelang niet meer met de microscoop
i's te ontdekken, dan zullen noch de gemeentebesturen noch gedeputeerde
staten aan een dergelijke uitgave hun goedkeuring mogen verlenen".
Maar ik zou zeggen, dat het hier om subsidies gaat waarvan het gemeen-
tebelang met het blote oog te zien is en waarvan allen moeten zeggen, dat
de gemeente die niet aan de aanvragers kan onthouden. Want als we de
door de heren Rutgers en Pliester getrokken lijn doortrekken, dan zou er
zelfsoeen plaats zijn geweest voor de financiële hulp die, naast de vele
hulp uit de particuliere sector, door alle gemeenten tijdens de stormramp
in 1953 is verleend. En al evenmin zou de rijksoverheid zich moeten inla-
ten met de hulp aan onderontwikkelde gebieden. Wanneer de gedachten-
gang van meergenoemde sprekers gemeengoed zou worden, zou dit be-
tekenen „de klok terugzetten".
En waar gaat het nu, wat onze gemeente betreft, eigenlijk om. Het
draait om een achttal subsidies met een gezamenlijk bedrag van f 500,—.
Voor Heemstede, in het geheel der begroting gezien, een te verwaarlozen
bedrag. Ik hoor het al dat men er over zou denken om b.v. de subsidie
voor het Witte Kruis te schrappen. Als dat zou gebeuren zou morgen de
overheid deze taak moeten overnemen,
Zoals burgemeester en wethouders terecht in hun antwoord op het alge-
meen verslag hebben opgemerkt, zullen er zwaarwegende motieven moe-
ten zijn voor beëindiging of drastische verlaging van subsidies. De instel-
lingen menen er staat op te kunnen maken. En wat gaat er gebeuren als
alle gemeenten het m.i. slechte voorbeeld van Heemstede zouden volgen
Dat zou een gevoelige aderlating worden voor de verschillende instellin-
gen. Het meest sprekend voorbeeld lijkt mij wel het subsidie aan het
Koningin Wilhelminafonds. Niet minder dan 967 gemeenten subsidiëren
dit fonds. Zou het niet beschamend zijn, wanneer straks in de pers het
bericht zcn^jgrschijnen,,De Heemsteedse raad schrapt (of verlaagt) het
subsi^^ÄIHfet K.W.F." Nu neem ik graag aan, dat ieder van ons dit
fondsKn goed hart toedraagt en dat het de heren Rutgers en Pliester
niet om het bedrag gaat, maar om het principe. Maar in dit geval wegen
de gevoelsargumenten zwaar. De burgerij zal in het aigemeen van het
standpunt maar weinig begrijpen. Zij profiteert immers mee, van het
grootse werk, dat door het K.IV.F. wordt verricht. Met klem zou onze
fractie dan o'ok willen adviseren de geraamde subsidies op de begroting
te handhaven.
Wat anders is of het niet hoog tijd wordt, dat de raad zich eens op het
gehele subsidiebeleid gaat bezinnen. Het gaat niet aan om de gehele porte-
feuille met subsidie-aanvragen, ik heb mij er een ogenblik aan gewaagd,
vergezeld van begrotingen, rekeningen, balansen en verdere toelichtende
stukken, door te worstelen. Het lijkt onze fractie daarom gewenst, burge-
meester en wethouders uit te nodigen een nota te doen samenstellen om-
trent het tot nu toe gevoerde subsidiebeleid. Deze nota zal licht moeten
verschaffen omtrent de gevolgde methodiek, de normen, die worden ge-
hanteerd, de eigen inkomsten waarop de gesubsidieerde instellingen staat
kunnen maken, de voorwaarden, waaronder de subsidies worden verleend