n
7 januari 1960. 9
meenschap, althans voor een belangrijk gedeelte niet. Wij zijn een
forensen-gemeente en dat heeft ook voor de gemeenschap consequen-
ties. Vele verbanden, waarin inwoners van Heemstede werken en ont-
spanning zoeken, liggen buiten Heemsteeds territoir. Dit heeft uiter-
aard in de subsidiepolitiek door te werken. Om een voorbeeld te noe-
men: ik zou een subsidie aan het Noordhollands Philharmonisch Or-
kest zeker verantwoord achten, ook al zou dit orkest nimmer in
Heemstede spelen. Het bestaan van dit orkest is van belang voor de
Heemsteedse gemeenschap, niet alleen voor enkele inwoners van Heem-
stede.
De raad kan het coliege van burgemeester en wethouders natuurlijk
niet een weeginstrumentje ter hand stellen, waardoor in een seconde
iedere subsidie al dan niet te licht kan worden bevonden. Zo eenvou-
dig is besturen nu ook weer niet. Maar bij hernieuwd pogen moet Uw
college op dit punt toch tot meer vastigheid kunnen komen dan
waartoe U tot dusver blijkens Uw antwoord in deze memorie van ant-
woord bent gekomen. Ik wacht eerst eens af wat er ten aanzien van
dit punt van andere zijden wordt gezegd en wat het nader standpunt
van het college zal zijn: er is ten deze geen periculum in mora en wij
behoeven dus niet overijld te handelen.
3. Ik sprak hiervoor over de openheid van de Heemsteedse gemeenschap,
over de aard van de forensenplaats. Ik zou dit zij het met enige
voorzichtigheid ook willen toepassen op een facet van het huis-
vestingbeleid. Ik hoor in deze raad bij herhaling praten over de nood-
zaak Heemsteedse gezinnen aan betere woonruimte te helpen. Ik be-
grijp natuurlijk het primaire belang daarvan, maar ik vraag mij wel
eens af, of de voortdurende aandacht voor de nood van een aantal
Heemsteedse gezinnen d.w.z. gezinnen, d'e in Heemstede woonachtig
zijn niet de aandacht afleidt van onze taak als forensen-gemeente
op dit punt.
Als ik de raadsleden en hun echtgenoten in gedachten de revue
laat passeren, dan hebben velen, zeer velen, hun werk buiten Heem-
stede, in Haarlem, Amsterdam of nog verder. Ik weet niet door welk
gelukkig toeval zij evenals ik in Heemstede terecht zijn ge-
komen, maar geldt nu voor ons: wie binnen binnen binnen binnen en
wie buiten staan staan in de kou? Houden wij onze gedachten ge-
sloten voor hen, die met opgroeiende kinderen op flatjes of in bovenhui-
zen in grote steden zitten en die zo verschrikkelijk graag een huis met
een tuintje in een forensenplaats willen huren Is het niet wat farizee-
isch om met de dooddoener ,,Gij werkt niet in Heemstede, wat zoekt Gij
hier?" de zaak af te doen? De Heemsteedse gemeenschap is nauw ver-
bonden met die van Haarlem en Bloemendaal en wij werken op velerlei
terrein samen; maar hoe staat het met de samenwerking op het terrein
der huisvesting?
De woningbouw komt vandaag nog wel meer op het tapijt. Thans wil
ik er alleen dit van zeggen. Het past mij om vertrouwen te hebben in
het huidige kabinet. Daarbij heeft echter de ene excellentie meer mijn
vertrouwen dan de andere. Tot degenen, die ten zeerste mijn vertrou-
wen hebben behoort minister van Aartsen. Hij heeft de taak om het
volledig vastgelopen bouwbeleid van vorige regeringen om te buigen tot
een beleid met perspectief. Iedere nieuwe stap wordt door de huidige
conservatieve oppositie met wantrouwen begroet en misschien zal er
ook wel eens een stap te vroeg of in een verkeerde richting worden
gezet, maar er zal uit de vicieuze cirkel moeten worden gestapt. Aan
het college vraag ik de stappen van de minister nauwkeurig te volgen
en gebruik te maken van iedere mogelijkheid, die hij biedt om in
Heemstede tot verantwoorde bouw te komen.