11
4e afd.
28 januari 1960.
TOELICHTING BESCHRIJVING, BEHORENDE BIJ HET
UITBREIDINGSPLAN-IN-ONDERDELEN REGELENDE DE
BESTEMMING VAN HET TERREIN VAN DE BUITENPLAATS
„MARIËNHEUVEL" („PLAN MARIËNHEUVEL"
Het terrein van de buitenplaats ,,Mariënheuvel" is gelegen in het uit-
breidingsplan-in-hoofdzaak, vastgesteld bij raadsbesluit van 1 juli 1954,
onder no. 65; daarin is het terrein bestemd tot „buitenplaats of bebouwing
voor bijzondere doeleinden". Het bij dit plan behorend renvooi bepaalt dat
een bebouwing ter plaatse meer beslaande dan 8 van de oppervlakte van
de bestaande bebouwing, moet worden geregeld door een uitbreidingsplan-
in-onderdelen. Het oppervlak van de bestaande bebouwing is 1631 m2.
Het „plan Mariënheuvel" voorziet in een bebouwing tot ten hoogste
2.520 m2 (gezamenlijk bestaand en nieuw) van het bijna 16 HA grote ter-
rein, overeenkomend met 1.6 van het opperviak.
De aangegeven bebouwingswijze biedt aan de eigenares van het terrein,
de St. Hippolytusstichting, de gelegenheid tot verwerkelijking van haar plan
het klooster te voltooien. Over het plan is met vertegenwoordigers der ge-
noemde stichting overleg gepleegd.
Door handhaving, voor zover mogelijk, van het landschappelijke karak-
ter van het terrein is voldaan aan het gestelde onder c., lid 3 van boven-
genoemd renvooi, terwijl het doel van de bebouwing zozeer met de vast-
gestelde bestemming overeenkomt, dat voldoende aanleiding werd gevon-
den een hoger bebouwingspercentage, dan bepaald onder c, lid 1 toe te
staan en derhalve van de bevoegdheid tot afwijking onder c, lid 4 genoemd,
gebruik te maken.
Behoort bij raadsbesluit van 28 januari 1960, no. 11.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
A. G. A. van Rappard.
De secretaris,
A. van Wingerde.
