48
4e afd.
31 maart 1960
In hoeverre de inwoners van Heemstede in de afgelopen jaren van de
bank hebben gebruik gemaakt en de gemeente in het nadelig saldo heeft
bijgedragen moge blijken uit het navolgende overzicht.
Jaar
Totaal omzet
1952
734.994,—
1953
1.045.608,
1954
1.525.389,—
1955
2.163.788,—
1956
2.047.992,50
1957
1.863.845,50
1958
2.179.332,—
1959
1.901.819,—
1960
(raming)
1.900.000,
Omzet
in
H'stede
Nadelig
saldo
Nadelig
Deelnemers
saldo
Totaal
H'stede
H'stede
3.076,59
3204
148
1.997,92
3761
177
1.006,67
4800
200
1.008,34
6030
221
1.516,66
5351
182
3.317,69
4591
166
2.854,67
5051
2.895,—
4179
172
2.666,—
4200
afgeleid,
dat de financiële
41.881,50
58.891,50
82.552,—
84.989,—
82.350,—
77.155,—
93.619,—
87.450,—
87.250,—
52.542,13
34.547,72
18.246,30
25.112,99
36.849,70
77.366,51
56.009,95
48.700,—
43.500,—
uaiuv mci iii uugunsuge zm oniwiKKeit. wij moeten er
evenwel op wijzen dat de geraamde daling van het nadelig saldo in 1960
een gevolg is van het feit dat de gemeente Haarlem erin heeft toegestemd
het werkkapitaal van de bank ad 1.000.000,- in plaats van in de vorm
van een vaste geldlening tegen 414 te gaan verstrekken in de vorm van
een rekening-courant-krediet, voorshands tegen een rente van 3 Zou de
gemeente Haarlem hiertoe niet zijn overgegaan dan zou het nadelig saldo
dus f 12.500,— hoger zijn geweest. Van een gezonde ontwikkeling van de
financiële basis van de bank kan dan ook, ondanks de afvloeiing van
personeel in de iaatste jaren, nog moeilijk worden gesproken.
Doordat de gemeenten Beverwijk, Bloemendaal en Haarlemmerliede en
Spaarnwoude hebben besloten per ultimo 1960 de gemeenschappelijke rege-
ling op te zeggen zou de omzet dermate worden verkleind en der-
halve zoals wij hierboven reeds aangaven het nadelig saldo
zo ongunstig worden beïnvloed, dat die omstandigheid op zichzelf
°°k voor °nze gemeente reeds aanleiding zou kunnen zijn de deelneming
aan de gemeenschappelijke regeling per 1 januari 1961 te beëindigen
Thans heeft echter bovendien de gemeente Haarlem besloten uit de rege-
hng te tredenals een der voornaamste motieven gold daarvoor dat het
gemeentebestuur meent dat de gemeente Haarlem het werkkapitaal in de
vorm van een vaste lening en niet als rekening-courant-krediet aan de
bank moet verschaffen.
Niet ontkend kan worden dat de bank ten aanzien van inwoners van onze
gemeente een functie en zelfs een sociale functie vervult. Bij de huidige
stand van zaken zou het echter onverantwoord zijn, aangenomen al dat niet
alle deelnemende gemeenten thans uit de regeling zullen treden, de deel-
neming aan de regeling tot na 1960 te continueren.
Wij stellen U daarom voor, door vaststelling van bijgevoegd ontwerp-
inciî' deelneming aan de gemeenschappelijke regeling per 1 januari
1961 te beeindigen.
Het ligt in ons voornemen in de komende maanden, mede in overleg met
andere belanghebbende gemeenten, na te gaan in hoeverre door de ge-
meente in de behoefte aan consumptief- en noodkrediet van inwoners van
Heemstede op bevredigende wijze kan en moet worden voorzien.
Heemstede, 16 maart 1960.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
A. G. A. van Rappard.
De secretaris,
A. van Wingerde.