58
2e afd.
28 april 1960.
7.
derbijslagwet voor invaliditeits-, ouderdoms- en wezenrentetrekkers (S.
I 309) zou toekomen, indien zij daaraan recht op uitkering konden ont-
lenen. Deze uitkering blijft beperkt tot een zodanig bedrag, dat de ge-
zamenlijke inkomsten aan uitkering en pensioen krachtens de Pensioen-
wet 1922 (S. no. 240) de in artikel 104 van deze wet bedoelde grens niet
overschrijden.
Bij verpleging van de ambtenaar in een ziekeninrichting, alsmede in
andere buitengewone omstandigheden tengevolge van ziekte of ongeval
kunnen burgemeester en wethouders bepalen, dat de uitbetaling van de
bezoldiging geheel of gedeeltelijk aan anderen zal geschieden.
8. Hij, die een uitkering ontvangt als bedoeld in lid 4 is verplieht te vol-
d°en aan de voorschriften, hem gegeven door of namens burgemeester
en wethouders in het belang van zijn geschiktheid om arbeid te ver-
richten. Bij het niet nakomen van deze verplichting vervalt de aan-
spraak op de uitkering.
Artikel 45.
1. Ter beantwoording van de vraag, of diensthervatting al dan niet is uit-
gesloten, kan een geneeskundig onderzoek worden ingesteld. Zodanig
onderzoek wordt in elk geval ingesteld, indien de betrokkene langer dan
een jaar onafgebroken wegens ziekte of ongeval verhinderd is zijn
dienst te verrichten of wanneer de verhindering binnen een tijdvak van
anderhalf jaar meer dan 365 kalenderdagen heeft geduurd.
2. Blijkt bij het in het vorige lid bedoelde onderzoek, dat diensthervatting
niet is uitgesloten, dan wordt de uitbetaling van bezoldiging volgens
artikel 44 voortgezet en het geneeskundig onderzoek, telkens wanneer
zulks gewenst wordt geacht, herhaald.
3. Blijkt bij het geneeskundig onderzoek, dat diensthervatting is uitge-
sloten, dan wordt de uitbetaling van bezoldiging volgens artikel 44
voortgezet tot aan de dag van ingang van het ontslag.
Artikel 46.
1. Een geneeskundig onderzoek kan mede worden ingesteld ten aanzien
van een ambtenaar, die niet wegens ziekte buiten dienst is, maar van
wie nochtans op goede gronden wordt verondersteld, dat zijn lichame-
lijke of geestelijke toestand een beletsel vormt om zijn dienst naar be-
horen te verrichten.
2. Blijkt bij het onderzoek, dat zodanige dienstverrichting is uitgesloten,
dan heeft de betrokkene, indien hij op grond van de uitslag van het
geneeskundig onderzoek buiten dienst wordt gesteld, aanspraak op uit-
betaling van bezoldiging volgens artikel 44, tot aan de dag van ingang
van het ontslag.
Artikel 47.
1. Een ambtenaar, die op grond van de uitslag van een geneeskundlg on-
derzoek, als bedoeld in de artikelen 45 en 46, niet reeds aan een genees-
kundig onderzoek volgens de bepalingen van de Pensioenwet 1922
(Staatsblad no. 240) wordt onderworpen, kan, indien hem op grond
van de uitslag van eerstbedoeld onderzoek eervol ontslag wordt aange-
zegd, binnen 14 dagen na de dagtekening van deze aanzegging aan
burgemeester en wethouders verzoeken aan een herkeuring te worden
onderworpen. Van de mogelijkheid daartoe wordt de ambtenaar bij de
aanzegging mededeling gedaan.
2. Zodanige herkeuring heeft in ieder geval plaats, indien burgemeester
en wethouders, nadat een geneeskundig onderzoek volgens de bepalin-
gen van de Pensioenwet 1922 (Staatsblad no. 240) niet tot afkeuring